No. 3/4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
kelijk klein. Als het getij keerde kon men tijde
lijk het bedrijf stil leggen en trachten op een
andere wijze in zijn bestaan te voorzien. De
kosten van rente en afschrijving op het in
het bedrijf geïnvesteerde kapitaal vormden
hiervoor geen beletsel. Thans is dit echter ge
heel anders. Voor een normale, goed geoutil
leerde vlasserij ligt de investering in de orde
van grootte van j 200.000,waarbij dan
nog komt het bedrijfskapitaal, nodig voor de
financiering van de thans veel grotere voor
raden. De vaste lasten van rente en afschrij
ving zijn nu te groot om het bedrijf tijdelijk
stil te leggen. Voltrok zich dus vroeger de
sanering in de bedrijfstak min of meer auto
matisch, thans blijft ook het bedrijf, dat feite
lijk niet meer mee kan zijn leven rekken en
maakt hierdoor het bestaan voor de andere
bedrijven nog moeilijker. Van een automa
tische sanering is dus geen sprake meer.
Moeilijkheden rot
DE snelle opkomst en de stormachtige ont
wikkeling van de vlasnijverheid in
Zeeuwsch-Vlaanderen hebben op enkele
punten aanleiding gegeven tot het ontstaan
van problemen rond de vlaswereld. Het be
langrijkste probleem is hierbij wel geworden
de kwestie van de waterhuishouding.
Tijdens het roten moet het water periodiek
worden ververst. Per roting heeft men daarom
circa 100 m3 water nodig. In iedere rootput
wordt per jaar ongeveer 40 maal geroot
en dit betekent, dat de vlasnijverheid in
Zeeuwsch-Vlaanderen, welke thans over rond
160 rootputten beschikt, per jaar 650.000 tot
700.000 m3 water verbruikt.
Dit water moet in verband met de eisen,
welke het vlas stelt, aan zekere voorwaarden
voldoen, waarvan de voornaamste wel is, dat
een bepaalde graad van hardheid niet mag
worden overschreden. Het benodigde water
kan daarom alleen worden gevonden in ter
tiaire zandlagen. Hierdoor is de vlasnijverheid
geconcentreerd rond EedeSint Kruis en in
het gebied KoewachtHeikantSint Jan
steen.
De waterleidingmaatschappij moet echter
soortgelijke eisen aan het water stellen en
het waterwingebied dus eveneens in tertiaire
zandlagen zoeken. Er is dus a.h.w. een con
currentiestrijd tussen de vlasserijen en de wa
terleidingmaatschappij om het verkrijgen van
het water.
Om de waterwinning voorlopig veilig te
stellen heeft men een vrij brede strook om
de vlasnijverheid
het waterwingebied gelegd, waarbinnen geen
roterijen mogen worden gevestigd.
De behoefte aan water voor de vlasserijen
betekent, dat naast het water voor de water
leidingmaatschappij, jaarlijks nog extra circa
650.000 m3 aan de bodem wordt onttrokken.
Hierdoor zou volgens sommige deskundigen
de kans bestaan, dat teveel water zou worden
opgepompt, waardoor het zoute water
van de Westerschelde in de bodem zou kunnen
dringen met alle gevaren van verzilting, enz.
Deze kans zou des te groter zijn omdat de
vlassers het water niet voldoende economisch
zouden oppompen.
De vlassers kunnen echter het benodigde
water niet van de waterleidingmaatschappij
betrekken omdat dit te duur is voor een ren
dabele exploitatie en slechts 's nachts kan
worden geleverd, hetgeen kostbare extra voor
zieningen noodzakelijk maakt.
Eén van de vele vlasserijen uit Zeeuwsch-Vlaanderen.