Qeen dierder plek voor ons op aard. Alle Zeeuwse muziekkorpsen hebben het oP hun No. 3/4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Een beschouwing over een Zeeuwse belijdenis repertoire en op de lagere scholen wordt het de kinderen onderwezen ter gelegenheid van feestdagen en andere plechtigheden: het Zeeuwse volkslied. Poldermans uit 's-Graven- polder zelf een schoolmeester schreef de tekst en schutterij kapelmeester Jan Morks uit Middelburg de muziek. Maar bij het zingen of spelen van dit lied denkt vrijwel niemand meer aan deze twee mannen. Dat is geen wonder: de vraag kan zelfs worden gesteld of er in het algemeen wel enige denkarbeid wordt verricht als het Zeeuwse volkslied aan de orde is. Men zingt, men speelt of men luistert toe, eerbiedig wel te verstaan, maar wat men speelt of zingt of hoort doet er al sinds lang niet meer toe, zo min de namen van dichter of componist er nog toe doen. Want het gaat hier toch om een volkslied, een Zeeuws volkslied? Toch kan het goed zijn om over het lied van Poldermans en Morks eens de gedachten te laten gaan. Omdat aldus wordt benaderd, hoe het mogelijk was, dat deze zang nu al bijna veertig jaar een gewestelijke belijdenis! enigermate als een bindend element in de Zeeuwse samenleving ging optreden. Een dergelijke benadering nu wordt nagestreefd in deze beschouwing. Een beschouwing over wat men niet geheel ten onrechte zou mogen noemen: Zeelands „Sonate pathétique", een pathetisch klinkdicht. OMDAT hier sprake is van een volkslied dient te worden onderzocht, wat onder dit begrip moet worden verstaan. Het woord „volkslied" dekt in de Nederlandse taal immers meer dan één begrip. Het kan be tekenen: lied, zoals dat door „het volk" wordt gezongen, waarbij zoals Pollman stelt de actieve zang het doel is. Het woord wordt evenwel ook gebruikt, wanneer men spreekt van die muzikale uiting, welke ge rekend mag worden tot de nationale symbo liek. In andere talen heeft men voor beide begrippen afzonderlijke uitdrukkingen: chant populaire" en chant national", „Volkslied" en „Nationalhymne"„popular song" en na tional anthem". Uit deze woorden blijkt, dat hier andere elementen dan alleen maar de behoefte aan zingen een rol spelen, bijvoor beeld gevoelens van samenhorigheid in natio naal verband. In deze tweede categorie nu zou men een Zeeuws volkslied kunnen onderbrengen, zij het dan dat hier geen sprake is van nationale, doch van regionale elementen. Overigens be hoeft het niet bij voorbaat vast te staan, dat een lied, behorend bij een bepaalde streek, 115

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 57