Parfait d Amour ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3/4 TOEN op een zaterdag de zon scheen zijn we naar Sluis gegaan. Langs de kant van de haven stond het vol auto's en op de terrassen zaten de mensen actief uit te rusten van een drukke week. Veel praten en veel sigaren roken, gauw even naar een souvenirwinkel om klompen en mis schien ook naar de kruidenier, omdat Holland zo goedkoop is. En dan weer roken en praten, vrolijk en druk, vooral druk. Centre Tou- ristique heet dat en in de haven geen enkel schip! Doelloos hebben we er rondgewandeld, doelloos met onze eigen kouwe drukte tussen al die andere drukte in en we vonden die paar wederopbouwstraatjes toen heel erg zon nig en heel erg stil. Een paar spelende kin deren en een jongeman die de straat over steekt om een praatje te maken met een buur meisje. Rustig lijkt het leven in zo'n straatje; wat spelen, een praatje maken en dan verder leven achter die gevels. Gevels met elk hun eigen leven en hun eigen opbouw, hun eigen deur en hun eigen raam, hun eigen goot en hun eigen dak. En toch weer gebonden met elkaar en afgestemd op elkaar, elk voor zich en toch samen de straat met een fraaie achte loze beweging en een gave beëindiging; een geserreerd profiel en een grijs perspectief met hier en daar het groen van een deur of een luik. Zulke huizen en zulke straten zijn niet veel anders dan een rimpeling in het ritme van de eeuwen. Ze staan een beetje naast de (in)formateur en het Suez-kanaal en daarom misschien een beetje dichter bij ons. Nee, niet bij al die drukte van ons, maar bij die spe lende kinderen en dat buurpraatje en wat er dan verder volgt. Zulke straatjes moeten er in Hoorn zijn en in Zierikzee of Wijk bij Duur stede. Straatjes die langzaam met ons ouder worden en mooier de straatjes menen we. Ga maar in St. Anna ter Muiden kijken; nee, liever niet in Hoorn of Zierikzee. Daar zijn ze ook wel te vinden, maar dan moet ge u weer ergeren aan die één of ander, die ergens iets belangrijker vond dan Suez, z'n lelijke teakhouten voordeur bijvoorbeeld, die de kleur bederft of z'n knots van een dakappel, die het profiel verstoort. Sedert Ruskin een dikke honderd jaar ge leden ontdekte dat mooie dingen oud kunnen zijn, heeft hij ons de fatale vergissing opge drongen dat oude dingen dus mooi moeten zijn en daarom verwarren we weemoed zo licht met sentimentaliteit, gevoeligheid met dweperij en romantiek met onwaarachtigheid, zoals we ook zakelijkheid verwarren met hardvochtigheid, economie met krentenwegerij en het nut met de nooddruft. Daaraan moes ten we denken bij die straten in Sluis, want al die huizen zijn tegelijk gebouwd en tegelijk getekend door één hand; een meesterhand weliswaar maar dreef de weemoed om een door de oorlog verloren Sluis niet te veel naar een sentimenteel verlangen om wat oud was en vertrouwd. Dweept de gevoeligheid van detail en kleur niet te veel met de gaaf heid van een voorbije bouwkunst en is het romantische spel van dakvormen en gevel ritmen wel echt en levend? Wat destijds in St. Anna ter Muiden alleen maar zakelijk was, achten we nu gevoelig en we willen niet hardvochtig zijn; wat er eco nomisch was, vinden we nu materiaal ver spilling, maar als we 't zelfde effect beogen met een paar plankjes en metselwerk van elf centimeter dik, dan wordt het krentenwegerij. En wat er toen nuttig was en fraai, is voor ons niet veel anders dan een primitief ver- 126

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 68