No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
het pikante Die Pantöffelchen, dat een ver
rukking van voordrachtskunst werd; Goethe
und die Frau von Stein (met de knagende
twijfel of de verhouding tussen deze beiden
wel zuiver platonisch geweest is, „denn
Goethe der war nicht von Stein. en
daarnaast het bijna vulgaire Hotel Zu den drei
Kwastenwaarin Pisuisse zelfs toch nog iets
van grootheid wist te leggen. Van zijn voor
dracht van het Todtengraberlied van Hölty
ging een bijna huiveringwekkende beklem
ming uit {Reich' und arme Leute werden
meine Beute, kommen einst zu mir).
Uit zijn Engelse repertoire moeten genoemd
worden: The dying lancer, verschillende lie
deren van Kipling (o.a. Danny Deever, Fol
low me 'ome, en Mandalay)\ verder I like
you in velvet, het beminnelijke The keys of
Heaven en het kostelijke Macnamara's Band,
het lied van de Ierse straatmuzikanten met de
zelfbewuste Macnamara als conductor, die in
het vers aan het woord is:
My name is Macnamara, Tam the Leader of the Band,
And though w're smalt in number, w're the best in
[all the land,
en die dan ook stoutmoedig verklaart:
When the Prince of Wales to Ireland came,
he shook me by the hand;
and said he'd never heard the like of Macnamara's
[Band.
waarbij Pisuisse een zijner kostelijkste inlei
dingen gaf, waar zelfs het Amsterdamse draai
orgel met bij werd vergeten. Verder het zee
manslied Once aboard the lugger en het bij
zonder geestige liedje Philosophy, van de bij,
de hagedis en de minnaar, die zo kortstondig
bleven,
forthe flower had no honey
and the wall wasn't sunny
and the maid had no money.
Now, ain't that funny?
But it's true!
Van zijn uitgebreide Franse repertoire wa
ren er vele teksten van Aristide Bruant en
Xavier Privas, de twee beroemde Parijse ca
baretiers uit het begin van deze eeuw. Van
Privas onder meer het prachtige La Chanson
des Heures, het sombere Problèmes, het lied
van de Seine, trooster en ontfermer van vele
levensmoeden en het krachtige Le Travail, die
alle door Pisuisse destijds algemene bekend
heid in ons land kregen. Le Travail met de
telkens als een mokerslag terugkerende op
roep: Travaille!
Si tu veux être respecté
Travaille!
Si tu veux garder ta fier té
Ta belle humeur et ta santé
Travaille!
Si tu veux être libre et fort
Travaille!
Si tu veux gagner sans effort
Le repos final de la mort
Travaille!
Krachtig, aangrijpend en met een treffende
ernst wist Pisuisse dit te zingen.
Ook vele liederen van de bekende Bretonse
bard Theodore Botrel behoorden tot zijn re
pertoire o.a. het prachtige vers van de IJs
landse vissers La Pimpolaise, het aangrijpen
de Lettre du Gabier, de zeldzaam zuivere
brief van de jonge matroos aan zijn groot
moeder voor zijn vertrek naar Indo-China en
het lied van de vergeefse liefde Serenade a
Lison, dat tot de schoonste uit zijn repertoire
gerekend moet worden.
Van de liederen, die Pisuisse zelf heeft ge
maakt, zijn de bekendste: De Fancy-fair, het
rake hekelende liedje van de douairière, die
een fancy-fair organiseert met de stille (en bij
na niet meer stille) hoop, dat ze daarbij haar
dochters aan de man zal kunnen brengen, en
het ondeugende De Franse Gouvernante. En
vooral het uitstekende Proza en Poëzie bij
de thee, waarbij hij in dichterlijk proza een
Javaans meisje tekent, dat op de helling van
de Papandajan ijverig aan het thee plukken
is voor haar bruidschat, vol tedere gedachten
aan haar geliefde, die zij in de verte op de
sawah aan het werk kan zien. Om daarna in
„poëzie" een zure, larmoyante Hollandse ou-
vervolg op blz. 155
139