No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
belangen belangrijker is dan de andere? Wie
dat zou doen zou zich zelf meteen tot een
gevaarlijk mens stempelen, tot een techno
craat, die de natuurlijke orde der dingen uit
het oog verliest en ons allen naar de „Brave
New World" van „1984" drijft.
Met de enorm toegenomen specialisatie zijn
leven en wetenschap uiteengevallen in duizend
en één atoompjes. De wetenschapsmensen zijn
„vakdiertjes" geworden. Als wij dit onszelf
eerlijk bekennen dreigt er geen gevaar.
Toch zullen deze belangen en visies moeten
worden gecoördineerd, d.w.z. er moet een
keuze uit worden gedaan, een compromis wor
den tot stand gebracht. Het is de consequen
tie van de democratie als wij dit overlaten
aan onze overheidslichamen, in dit geval aan
het Provinciaal Bestuur. Dit is geen college
van alles omvattende technische deskundigen
en daaraan ergert de specialist zich wel eens.
Maar als zij beslissen wordt in principe
natuurlijk de kleinst mogelijke fout ge
maakt en de hemel beware ons voor een re
gering van „deskundigen"geborneerd door
een paar vierkante meters bureau of teken
tafel. Onze enige garantie is de openbaarheid
der Provinciale Staten en Staten-G ener aal,
verspreid door een zich mede verantwoorde
lijk voelende pers. En al komt ook hier de
ergernis der specialisten naar boven, wij kun
nen slechts concluderen: er is niets beters.
Dit is de ratio die ten grondslag ligt aan
de geformeerde werkgroep, die de ene week
intern en de volgende week met Gedeputeerde
Staten vergadert teneinde een intelligente
Zeeuwse visie op te bouwen en te stellen naast
en tegenover de visie van Rotterdam, Noord-
Brabant, het Landbouwschap en die van an
deren. De Provinciale Waterstaat, het Bureau
Bijzondere Werken van deze instelling, het
Economisch Technologisch Instituut, De
Stichting voor Maatschappelijk en Cultureel
Werk en de Planologische Dienst bouwen,
langs de aangeduide lijnen bij voortduring aan
deze visie.
De waterbouwkundige techniek.
IN eerste aanleg is het Deltaplan een tech
nisch werk. Vandaar dat wij dit aspect
voorop stellen. In feite echter komt al
thans op Zeeuws niveau de techniek op de
tweede plaats. Op Rijksniveau domineert naar
onze mening de waterbouwkunde nog te zeer.
In Zeeland zou men kunnen zeggen dat de
functie van de waterstaat in dit opzicht is de
economische en planologische wensen op hun
technische uitvoerbaarheid te onderzoeken.
„Mittelwahl bei gegebenem Zweck" is dit
wel eens genoemd, waar de andere diensten
zich meer richten op „Zweckwahl bei gege-
benen Mitteln".
De keuze der technische middelen houdt
vaak een soort veto in. Is de Westerschelde
wel overbrugbaar en zo ja waar wel en waar
niet? Is de oesterproef in het Veerse Gat
nadat haar economische waarde is vastgesteld
technisch uitvoerbaar? Is het wellicht aan
trekkelijker de Oosterschelde in twee of drie
étappes bij Yerseke en Zierikzee af te
dammen teneinde het vloedbassin te verklei
nen? Het deelnemen van de Provinciale Wa
terstaat aan het werk van de werkgroep mag,
zo blijkt uit deze vragen als de hoeksteen van
haar optreden worden gezien. Pas wanneer
de voorstellen aan die hoeksteen zijn getoetst
zijn zij tegenover het Rijk te verdedigen.
De economische implicaties.
DE economische implicaties toegepast
op het geografisch gebied Zeeland
zijn dus in wezen economisch-geo-
grafische- implicaties. De economische geo
grafie heeft ten doel de verspreiding van de
welvaartsbronnen over streken en plaatsen te
bestuderen met inbegrip van de middelen die
in deze verspreiding veranderingen teweeg
brengen. Zij houdt zich dus bezig met de ves
tigingsfactoren van landbouw, industrie, vis
serij, recreatie en middenstandsbedrijven en
vindt haar locus in het Economisch Techno
logisch Instituut. Dit baseert zich op bedrijfs
economische grondslag en houdt contact met
het georganiseerde bedrijfsleven. De belang-
141