Bejaardenzorg in Zeeland
No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
maatschappelijke activiteiten planologisch, dat
is ruimtelijk, dat is geografisch doelmatig
spreiden. Beide laatst genoemde organen zul
len dus in de eerste plaats voor een inventari
satie op dit punt interesse hebben. Planolo
gisch even gewichtig is de doelmatige situe
ring van de haven- en industrie-terreinen in
het havengebied van Vlissingen en Terneuzen.
De uitbreiding van deze werkgebieden zal lei
den tot de uitbreiding van de wooncentra ook
van andere plaatsen. Wat dit laatste betreft
wijzen wij op het toenemende forensisme, sa
menhangend met de individualisering van het
motorische verkeer en de verkorting van de
arbeidstijd. Om Vlissingen is de ruimte vrij
beperkt zodat hier planologisch een moeilijke
opgave voor een gunstige stedebouwkundige
ontwikkeling ligt. Bij Terneuzen ondervinden
wij nu reeds de moeilijkheden van het te ver
breden kanaal. Wanneer deze steden met vele
tienduizenden zouden groeien wordt het er
niet gemakkelijker op. Een eveneens klem
mend vraagstuk vormt de ruimtelijke indeling
van de recreatie-gebieden (no. 3) met name
van de watersportrecreatie op het Deltameer
(no. 15). Alleen planologische maatregelen
zullen de massa's toestromende toeristen in
juiste banen kunnen leiden. Vervolgens is de
planoloog geïnteresseerd in de ruimtelijke in
deling van de nieuwe polders, vooral in de te
projecteren dorpen en buurten (no. 3, 8, 9 en
13) en in het wegenschema, zowel primair (no.
1 en 2) als wat de toevoerwegen betreft
(no. 6).
Algemene opmerkingen.
DE taak is dus in het bovenstaande af
gebakend en omschreven in de vorm
van een parafrase van het werksche
ma van de werkgroep dat behoort bij de af
gedrukte kaart. Het is nog geen Zeeuwse visie,
maar deze ligt er toch zeker aan ten grond
slag.
Wij hebben reeds verschillende partiële vi
sies: van de P.P.D. in Zuid-Holland, van het
Landbouwschap, van Dr. Ir. Mesu, van
Noord-Brabant en er zullen er nog meer ko
men. De Rijkswaterstaat bouwt met andere
rijksorganen aan een landelijke visie. Enkele
keren sluiten zij elkaar uit, maar vast staat
dat er een intelligente legkaart van te maken
is. En het grote voordeel is wel dat daarmee
de overtuiging groeit dat dit grote werk niet
alleen een waterbouwkundig werk is, maar
dat alle levensactiviteiten van onze bevolking
erdoor worden aangeraakt.
door drs. L. Turksma
HONDERD jaar geleden maakten de
bejaarden (d.w.z. de personen van
65 jaar en ouder) nog geen 5 °/o der
Nederlandse bevolking uit; thans is dit per
centage tot over de 8 °/o gestegen en men heeft
berekend, dat het omstreeks 1980 ruim 11
zal zijn. De stijging is aan de ene kant te ver
klaren door de vooruitgang der medische we
tenschap en de betere hygiënische- en arbeids-
Er zijn reeds belangrijke resultaten bereikt
veiligheidsvoorzieningen. Aan de andere kant
neemt reeds sedert meer dan een halve eeuw
het kindertal af, zodat de kinderen van be
neden 15 jaar in die tijd van meer dan 35
der gehele bevolking daalde tot minder dan
30 °/o.
Nu behoeft op zichzelf het relatief grotere
deel, dat de bejaarden van de gehele bevol
king uitmaken, nog geen probleem te vormen.
145