ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 Echter ook hun levensomstandigheden zijn veranderd. Vond in 1899 nog 31 °/o der be volking haar bestaan in de landbouw, in 1947 was dit gedaald tot 20 Nu is de landbouw ongeveer het enige grotere terrein waar men doorwerkt, ook op oudere leeftijd. Door de trek naar de steden door de industrialisering kwam men daar op hogere leeftijd zonder veel inkomsten te staan. Ook thans is, zelfs bij de betere pensioenvoorzieningen en de nieuwe wet, het inkomen van de bejaarden nog ver onder dat van de gemiddelde bevol king gelegen. Daarnaast komt 't grootste pro bleem: dat der huisvesting. Door verslapping van de familiebanden en de woningschaarste is de mogelijkheid, om bij de kinderen in te wonen, veel geringer geworden. Daar komt bij, dat 't sociale besef der bevolking zich ook zo heeft gewijzigd, dat men thans vindt, dat ook bejaarden die op zichzelf wonen, maar het eigenlijk niet meer aankunnen, hulp ge boden moet worden. Het probleem is dus als volgt samen te vat ten: er is een groeiend aantal bejaarden in ons land; zij hebben minder inkomen dan de ge middelde bevolking; hun huisvesting laat veel te wensen over; er moet wat gedaan worden om de oude dag gezellig te maken, ongezel lig geworden door het gedeeltelijk wegvallen van familiebanden en arbeid (slechts 35 °/o der mannelijke bejaarden en 10 °/o der vrouwelijke bejaarden werkt nog). De situatie in Zeeland IN Zeeland ligt het percentage der bejaar den hoger dan in geheel Nederland. Eind 1954 bedroeg dit bijna 11 °/o; in 1980 zal het vermoedelijk bij de 15 liggen. Dit hangt samen met het feit, dat vele jongeren uit Zee land emigreren. De gebieden in Zeeland die het grootste emigratie overschot hebben, heb ben ook het hoogste percentage bejaarden, zo als het volgende staatje doet zien: Bevolking per 1-1-56 Percentage Gebied in °/o van die van bejaarden 1920 per 1-1-55 Noord-Beveland 92 12,3 Schouwen-Duiveland 94 12,5 Tholen en St. Philipsland 97 12,0 W. Zeeuwsch-Vlaanderen 103 12,0 O. Zeeuwsch-Vlaanderen 116 10,2 Walcheren 119 10,4 Zuid-Beveland 125 10,3 Zeeland 113 10,8 Op het agrarische platteland is meestal het aantal bejaarden groter dan in de grotere ge meenten, waar in vele gevallen immers enige industrie gevestigd is. Voor Zeeland klopt dit ook: Percentage Per 1-1-1955 Bevolking Bejaarden bejaarden 16 grootste gemeenten 139643 13783 9,9 85 andere gemeenten 135726 15941 11,7 Geheel Zeeland 275369 29724 10,8 Per gebied waren de aantallen bejaarden op 1-1-1955 als volgt: Walcheren 7978 Oost Zeeuwsch-Vlaanderen 6474 Zuid-Beveland 6170 West Zeeuwsch-Vlaanderen3298 Schouwen-Duiveland2828 Tholen 1857 Noord-Beveland 868 St. Philipsland 251 Zeeland 29724 De verdeling over mannelijke- en vrouwe lijke bejaarden ligt in Zeeland ook anders dan in geheel Nederland. Komen er in Nederland op elke 100 bejaarde mannen 110 vrouwen voor, in Zeeland zijn dat er iets minder dan 103. Voor Nederland is het cijfer begrijpelijk uit het feit, dat de vrouwen gemiddeld iets ouder worden. Eïet is nog niet geheel duide lijk, waarom dit niet uit het cijfer voor Zee land blijkt. Mogelijk is, dat een aantal weduwen hun geëmigreerde gehuwde dochter achterna trekt, maar bewezen is dit nog niet. 146

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 18