No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT verlaten terreinen van het vroegere marine établissement. Tideman ontwierp daarop een plan voor een werf van grote omvang en nam contact op met Arie Smit, scheepsbouwer te Slikkerveer, die reeds eerder Vlissingen be zocht had en toen het plan had opgevat, al daar een bescheiden filiaal van zijn werf in Slikkerveer te vestigen. Hij wist hem voor zijn denkbeelden te winnen en in een audiëntie bij de Koning, in oktober 1873 aan beide mannen verleend, kreeg de zaak haar beslag, zij het dan dat op kleiner schaal zou moeten worden begonnen dan Tideman zich aanvankelijk had voorgesteld. Men hoort dan verder niets meer van Tideman, de befaamde erfpachtovereen komst tussen Arie Smit en de Staat der Ne derlanden komt in augustus 1875 uit de lucht vallen en op 8 oktober wordt de oprichtings akte van „De Schelde", scheepsbouw- en werktuigenfabriek, gepasseerd. Ook in deze akte wordt Tideman niet genoemd. Maar dat hij tot het laatste ogenblik een zeer belangrijke rol gespeeld heeft bij de on derhandelingen met de regering over het in erfpacht afstaan van de terreinen der voor malige marinewerf aan de op te richten maat schappij en een groot aa.ndeel gehad heeft in die oprichting zelf, blijkt uit de hieronder af gedrukte brief zonneklaar. Voor wie de voor geschiedenis kent, spreekt het trouwens van zelf, dat Tideman de drijvende kracht moest zijn. Overste Visser, die men er bepaald niet van kan beschuldigen „De Schelde" vriende lijk gezind te zijn geweest, schrijft in zijn reeds eerder aangehaalde brochure over Tide man: „Nu had die geniale kop grootse denk beelden, ontzaglijk omvangrijke plannen, en waarschijnlijk (zijn er) weinigen, die meer dan schrijver dezes ze zo van nabij en in hun ware bedoeling kennen'. Met één van die grootse denkbeelden liep Tideman reeds vóór 1865 rond: het stichten van een scheepswerf en machinefabriek op en in de plaats van het toenmalige maritiem éta blissement te Vlissingen. Hij zette zijn plan uiteen in een brochure 3), geschreven te Bir kenhead tijdens zijn tweede verblijf in Enge land. Er werd toen al druk gesproken en ge schreven over de nieuwe haven- en spoorweg plannen, maar hij kwam voor de dag met een geheel nieuw, door cijfers en berekeningen ge staafd betoog, waarin hij, door kostenverge- lijkingen met de Engelse werven en fabrieken, aantoonde, dat zijn voorstel tot het stichten van een werf van grote omvang (hij bereken de het aantal werklieden op 2800) levensvat baar moest zijn. Dat hij geen fantast was, heeft de toekomst geleerd. Hij was er trou wens zelf van overtuigd. Ofschoon mijn ruim dertigjarigen leeftijd mijzelven nog weinig van die teleurstellingen baarde waardoor men volgens sommigen al leen de geschiktheid verkrijgt, om zowel het tegen als het vóór eener nieuwe zaak te zien, heeft mijn loopbaan medegebragt, dat ik reeds vroeg aan het hoofd eener belangrijke inrig- ting, het scheepsbouwdepartement dierzelfde werf te Vlissingen, gesteld was; en met ge noeg plannenmakers ben in aanraking ge weest, om zonder dat enthousiasme, dat ver blindt, het hier ontwikkeld denkbeeld te kun nen overwegen." Het gelukte hem toen echter niet het beno digde kapitaal voor een dergelijke onderne ming, door hem geschat op tien miljoen gul den, bijeen te krijgen en hoewel hij op 11 sep tember 1865 een concessie aanvroeg, is er van het project niets gekomen. In 1873 waren de omstandigheden gunstiger. Geen wonder, dat hij het oude plan, dat hij nooit geheel had op gegeven, en nu met koninklijke medewerking, geestdriftig aanvatte en niet gerust heeft, voor hij het verwezenlijkt zag. Die verwezenlijking is echter op het laatste ogenblik nog in groot gevaar gebracht, zoals blijkt uit het volgende document 4). 1) In zijn emotionele pamflet: „Scheepsbouw voor 's lands vloot". -) „Open brief aan de heer W. M. Visser". Hij bewijst namelijk niets, spreekt voortdurend over zichzelf en de Koning, doch noemt Tideman nauwelijks. 3) Het maritiem établissement te Vlissingen, door B. J. Tide man(niet in den handel), J. H. en G. van Heteren te Amsterdam. 4) Archief der gemeente Vlissingen, Inv. no. 1243. De cursi veringen zijn van Tideman. 151

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 23