m Zeeuws Tijdschrift ^Bij een eeuwfeest NUMMERS 6e JAARGANG 1956 Alaatschappij De Bathpolders bestond honderd jaar DE toegang tot Midden-Zeeland en Zeeuwsch-Vlaanderen voert voor de gemiddelde Nederlander praktisch altijd over de Kreekrakdam, hetzij per spoor, hetzij over de (enige) weg. Men passeert in de Hogerwaardpolder het bord, dat aangeeft dat de provincie Zeeland daar begint en komt dan via de dam de Bathpolders en Zuid-Beveland binnen. De meeste reizigers zullen zich nauwelijks realiseren hoe betrekkelijk kort deze verbinding nog maar bestaat. De Maatschappij de Bathpolders vierde eind juni 1956 haar 50-jarig be staan, tevens het 100-jarig bestaan van de polder. Het bestaan van de jubilerende Bathpolders vindt zijn oorzaak in een complex van plan nen, welke zich concentreerden om het maken van een spoorlijn over vaste verbindingen tus sen Walcheren, Zuid-Beveland en Brabant, benevens het graven van kanalen door Zuid- Beveland en Walcheren, dit laatste dan om de scheepvaart tussen Antwerpen en de Rijn, na de afsluiting van de passages, te handhaven. OOK reeds voordat er van spoorwegen sprake was, was men geïnteresseerd in de beide afdammingen. De geniale we genontwerper Napoleon zij het dan dat zijn belangstelling meest strategisch was ging in 1810 persoonlijk de beide mogelijk heden ter plaatse bezien. Hij droeg zelf aan de inspecteur der zeewerken Schraver op, ont werpen voor deze verbindingen te maken en van Schraver is dan ook het plan, een met schutsluizen afgesloten kanaal door het oos telijk deel van Zuid-Beveland te graven. Na poleon's val en in een later stadium de moei lijkheden met België (1830) brachten de plan nen met nader tot verwezenlijking. Het is de energieke Middelburger Dirk Dronkers geweest, die de definitieve stoot tot de realisering van al deze plannen wist te geven. In 1820 had hij reeds met Frederik van Sorge concessie aangevraagd o.a. voor het dichten van het Sloe en het vaarwater tussen Bath en Woensdrecht. Op dat verzoek werd afwijzend beschikt. In 1846 echter werd ten slotte concessie verleend tot het aanleggen van een spoorlijn van Middelburg, met zijtak Vlis- singen, door de eilanden Walcheren en Zuid- Beveland, de provincie Brabant en het Her togdom Limburg tot Maastricht. De concessie hield in, de afdamming van de Oosterschelde bij Bath en het Sloe, echter niet dan nadat door Zuid-Beveland een scheepvaartkanaal zou zijn gegraven. De con cessie werd in 1849 ingetrokken, waartegen de firma Dronkers een nieuwe concessie kreeg, nl. voor het maken van een dam door de Oos terschelde, het indijken en in cultuur brengen van 14000 bunders der slikken en op- en aan wassen, echter weder onder de verplichting tot het graven van een kanaal door Zuid- Beveland. Financieringsmoeilijkheden, van 131

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 3