ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 den beginne af ondervonden, leidden in 1855 tot het overdragen van de concessie, onder goedkeuring van de Regering aan de „Neder landse Maatschappij tot aandijking der op- en aanwassen in de Oosterschelde", gevestigd te Bath. Ondanks de Nederlandse naam was de Maatschappij geheel Engels en naar het heet bevond het kapitaal van 6 miljoen zich in de vorm van aandelen van j 120,meest in handen van Brits hotelpersoneel. Machines, materiaal en zelfs werklieden kwamen uit Engeland en reeds in 1856 werd onder leiding van de Engelsche ingenieur Sir John Rennie de eerste Bathpolder bedijkt. Met de aanleg van de 2e polder, welke eerst in 1862 klaar kwam werd echter veel tegenslag ondervon den, omdat deze op het Noord-Westen steeds weer doorbrak zodat men tenslotte veel min der grote oppervlakte inpolderde dan aanvan kelijk de opzet was. Beide polders zijn in de volksmond sindsdien veelal de Engelse polder genaamd. De honderden polderjongens, die in die ja ren aan de indijking werkten, konden in tal rijke kroegen hun loon kwijt en naast echt Hollandse namen daarvoor trof men uithang borden aan als: „the Duke of Wellington", ,the Queen of England", „la ville d'Anvers" en „the London Tavern". De eerste bleef lan ge tijd bestaan en werd in de wandeling de duk geheten. Tegelijk met het inpolderen was men met het graven van het kanaal door Zuid-Beve land begonnen. Het kapitaal slonk echter snel, mede door de tegenslag bij het inpolde ren en in 1861 moest de Mij. met de Neder landse Regering een dading aangaan, waarbij zij ontheven werd van de verplichting om het kanaal te graven en de dam aan te leggen. Het Rijk belastte zich met het graven van het kanaal, dat in 1866 gereed kwam, terwijl de dam in de Oosterschelde in 1867 klaar was. Van 1 juli 1868 reed de trein van Brabant naar Goes. Bij de dading had het Rijk o.a. de bevoegdheid verkregen, alle voor de spoor weg benodigde gronden der Maatschappij te naasten tegen 2.000,per bunder. De aan gelegde spoorlijn sneed daarbij de eerste Bath polder netjes, maar uit landbouwkundig oog punt gezien ongemakkelijk doormidden. De Bathpolders zijn dus voor een groot deel gewonnen op de plaats waar vroeger het land van Reimerswaal bestond. Bij opgravingen vond men op 2 meter diepte de oude bo dem weer. De Engelse Mij. heeft de Bathpol- 132

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 4