Jean-Louis Pisuisse,
Vlissinger en Nederlands eerste cabaretier
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 5
nog 80, terwijl er maar weinig meewerken
de gezinsleden overbleven. En het boogschut-
tersfeest op Hemelvaartsdag van 50 jaar ge
leden heeft plaats gemaakt voor de vakantie
excursie van het personeel per touringcar.
We mogen tenslotte gerust zeggen dat het
Zeeuwse plekje grond waar de Bathpolders
zijn gelegen in de eerste eeuw van bestaan het
nodige heeft meegemaakt, doch dat men op
evenzeer goed Zeeuwse wijze de moeilijkheden
steeds het hoofd heeft weten te bieden en te
overwinnen. En daarom is dit eeuwfeest ook
een gelukwens in Zeeuws milieu waard.
M. A. GEUZE.
Enige literatuur:
Veel gegevens voor dit overzicht zijn ontleend aan
de geschiedkundige beschrijving van de heer D. Bu-
tijn, eertijds bedrijfsleider op Middenhof gedurende
meer dan 40 jaren, welke in handschrift in 't archief
der Mij. aanwezig is. Verder noemen we de jubileum
uitgave 50 jaar De Bathpolders door A. van
Heel en W. KakebeekeZeeland door de eeuwen
heen door Van Empel en Pieters; Eerste spade in de
grond van Kanaal door Zuid-Beveland door B. J. de
Meij (P.Z.C. 30 juni 1952); In den polder door C. van
E. van der Bilt la Motte (Cadsandria 1859).
J. Brants
J EAN-LOUIS PISUISSE, die dezer dagen 75 jaar geleden ge
boren werd, is een volkomen aparte figuur in ons Nederlandse
kunstleven geweest. Zijn kunst was van een totaal andere aard
en structuur dan die van andere chansonniers voor en na hem.
Eigenlijk was hij onze eerste cabaretier; de eerste, die het chanson
verhief van het café-chantant naar het kleine intieme theater; die
aantoonde, dat zingen en voordragen van wat men in zijn tijd graag
„Levensliedjes" noemde, kunst kan zijn.
PISUISSE (Swiep, zoals hij door zijn
vrienden genoemd werd), was een
Vlissingse jongen van goeden huize,
van franse afkomst. Op jeugdige leeftijd
wordt hij journalist. In 1907 maakt hij met
zijn collega Max Blokzijl, evenals zijn vriend
amateur-voordrager, een plan, om, verkleed
als Italianen, een tocht door Nederland te
maken als internationale chansonniers om
hierover een reportage voor hun krant (het
„Handelsblad") te schrijven. Dit plan wordt
uitgevoerd en hun succes wordt zo groot, dat
ze aan het eind van hun tocht besluiten de
journalistiek vaarwel te zeggen en een cabaret
op te richten. Tot het gezelschap treden toe
Fie Carelsen (Pisuisse's latere echtgenote) en
Mien Vermeulen. Men begint een tournee
door Nederlands-Indië, in 1908. Blokzijl
wordt begeleider en componist van enkele lie
deren uit Pisuisse's repertoire, doch houdt er
na enige jaren mee op en keert tot de jour
nalistiek terug. Zijn verdere geschiedenis kent
men; zijn ontrouw aan het vaderland bezorg
de hem de kogel. Het is navrant te bedenken,
dat jaren daarvoor, in 1927 zijn vriend
Pisuisse ook door een kogel zijn einde vond.
136