De korenmolen te Zoutelande
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 6
M. van Hoogstraten
DOOR oorlogsomstandigheden zijn in ons land gedurende de wereldoorlog 19401945
vele monumenten verwoest, iets waarover Zeeland helaas wel zeer sterk kan mee
spreken
Na het beëindigen van deze oorlog is er voor restauratie veel gedaan, zowel van de zijde
van particulieren als van de Overheid met waarlijk schitterende resultaten. Denken we b.v. aan
het Abdijcomplex te Middelburg, of aan de St. Baafskerk te Aardenburg, om maar eens enkele
te noemen.
Niet alleen grote monumenten kregen een beurt: de kleinere werden niet vergeten. Zo werd
en wordt veel gedaan voor de restauratie en het behoud van de molens. Vele molens in Zee
land werden onderhanden genomen, o.a.: de ronde stenen stellingkorenmolen te Westkapelle,
de molens van hetzelfde type te Wemeldinge, Sluis, Souburg en Vlissingen, de beltmolens
van Cadzand en Biervliet, het grondzeilertje te Zoutelande en de interessante standerdmolen
te Retranchement. Tenslotte: onlangs werden te Middelburg de twee enorme walmolens „De
Hoop" (anno 1736) en de „Seismolen" (anno 1728) uitwendig geheel hersteld en deze zijn
nu, op zo dominerende punten als de bastions, waarlijk een lust voor het oog, zij het, dat ze
nooit meer koren zullen malen. Nu is weer een Middelburgse molen „onder het mes": de
ronde stenen stellingkorrenmolen aan de Veerse weg. Deze molen (anno 1882, na afbranden
van een voorgaande) werd wegens slechte toestand enige jaren geleden onttakeld tot een
weinig fraaie peperbus. De restauratie is heden in volle gang, waardoor de wieken hopelijk
weer dikwijls het luchtruim zullen doorklieven.
ZOALS gezegd is ook het leuke grond-ko-
renmolentje van Zoutelande nl. in
1955 nieuw leven ingeblazen, niet in
het minst tot genoegen van de vele gasten,
die hun vakantie op het fraaie Walcheren
komen doorbrengen. Deze restauratie is een
bijzonder prettige geweest. Na de oorlog stond
de molen er vleugellam bij: wieken en staart
waren grotendeels vergaan. Herstel viel de
eigenaren te zwaar, daar hier zulke enorme
kosten aan waren verbonden. Nu deed zich
een toevallige omstandigheid voor, die een
mogelijkheid tot herstel van het aardige mo
lentje inhield. In de gemeente Rotterdam
moest onder Hoogvliet de watermolen (anno
1802) van de Polder Nieuw Engeland wor
den gesloopt om plaats te maken voor een
nieuw te graven haven. De gemeente Rotter
dam was bereid de nog bruikbare onderdelen
gratis ter beschikking te stellen ten behoeve
van restauratie van andere molens. De molen
roeden de ruggegraat van de wieken) ble
ken nog in prima staat te zijn en bij opmeting
juist de maat te hebben van de vergane roe
den van de molen te Zoutelande. Ook de
onderdelen van de staart, de schoren, die juist
in Zoutelande stuk waren, bleken bij de wa
termolen nog zeer goed bruikbaar te zijn.
Dus door de omstandigheid, dat verschil
lende passende onderdelen om niet ter be
schikking waren, stegen de kansen voor een
herstel te Zoutelande. Opnieuw werd er gere
kend. Rijk, Provincie en Gemeente waren be
reid een steentje bij te dragen, zodat het nu
168