No. 6
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Afb. 1. De gevelsteen, in rood-wit-blairw
overgeschilderd.
voor de eigenaren mogelijk werd de molen te
herstellen en de windkracht weer te gaan ge
bruiken. Er was echter nog één moeilijkheid:
de watermolen van de Polder Nieuw Enge
land stond midden in het weideland. Hoe nu
die grote en zware onderdelen uit die weide
en in Zoutelande gekregen. Een transportbe
drijf, N.V. Mij. v. Algemeen Vervoer v/h
H. W. König Co. te Rotterdam stelde gra
tis groot materieel ter beschikking, en door
middel van een kraanwagen kwamen de 21 m
lange ijzeren roeden en de houten schoren op
een oplegger, die een en ander aan boord van
de Middelburgse boot bracht.
Natuurlijk moesten de herstelwerkzaamhe
den door de bekende Walcherse molenmaker
N. de Troye, een vakman van oude stempel,
geschieden. En deze ruim 74-jarige, die altijd
deze molen had „betimmerd" heeft deze werk
zaamheden verricht op de wijze waaraan de
Zeeuwse molenmakers hun bijzonder goede
naam te danken hebben! Een woord van hul
de aan deze bejaarde molenmaker voor dit
waarlijk niet lichte karwei is hier zeer zeker
op zijn plaats.
Zo werd dus een molenruïne getransfor
meerd in een fraaie windmolen, die, in vro
lijke kleuren fris opgeschilderd, wederom een
lust voor het oog werd. Bijna dagelijks in ge
bruik verlevendigt de wiekendrager het sil
houet van Zoutelande, dat toch zo pittoresk
is gelegen aan de voet van de duinen, hope
lijk tot in lengte van jaren.
Een prettige bijzonderheid is, dat de werke
lijke kosten van restauratie nog juist onder de
raming bleven, iets, wat bij restauraties he
laas maar al te weinig voorkomt.
Er is nog één bijzonderheid, waarop wij
hier de aandacht zouden willen vestigen. Het
bouwjaar van de molen is bekend: 1722, daar
er aan de binnenzijde van de molen juist naast
de zuideli jke deur een steentje zit, waarin dit
jaartal is gehakt. Nu is boven diezelfde deur
aan de buitenzijde van de molen een steen
ingemetseld, waarvan we de vorm zouden
willen vergelijken met die van een oude ijze
ren haardplaat. Deze steen is door de jaren
altijd beschilderd geweest in rood-wit-blauwe
kleuren (zie afb. 1). Ook deze steen was tij
dens de restauratie aan de beurt om opnieuw
te worden overgeschilderd. Met een staalbor-
169