gemaakt wordt door andere bouwers. Het
Commissiewerk benadeelde hem, naar zijn
mening; maar het beschermt hem tevens tegen
de eventuele excessen van buurman of concur
rent. En wat baten alle moeite en kosten aan
een verbouwing of een nieuw gebouw gespen
deerd, als dit in een onaantrekkelijke omge
ving komt te staan?
Wij zouden nu de aesthetische problemen
van de winkelbouw aan een meer gedetailleer
de beschouwing kunnen onderwerpen. Daarbij
zullen wij ons beperken tot het meest voor
komende geval, de zaak met één gevel aan de
openbare weg, aan beide zijden ingesloten
door bebouwing. Buiten het bestek van dit
artikel blijven de talloze problemen van het
interieur, de opslagruimte, de constructie, de
verlichting, de aan- en afvoer van artikelen
e.d. Alleen het winkelfront zal bekeken wor
den.
Een goed front siert de straat en is een
reclame voor de daarachter gevestigde zaak.
Enkele van de mogelijkheden om tot een
goede pui te komen zullen worden aangestipt.
(Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er niet
nog veel andere zijn). Enige van de meest
voorkomende gebreken zullen worden ge
noemd.
Het eerste punt van bespreking is het kar
dinale verschil tussen een dorpswinkel en een
stadswinkel. In een dorp kent de winkelier
zijn klanten. Het is voor hem niet nodig om
met luide reclames en grote ramen de aan
dacht op zich te vestigen. Hij kan niet meer
bekend worden dan hij al is. In een dorp is
dan ook een winkel met steedse allures, grote
ruiten en forse reclames minder op zijn plaats.
Een uitzondering moet daarbij gemaakt wor
den voor zaken georiënteerd op het vreemde
lingenverkeer deze moeten wèl enige re
clame kunnen maken. Temidden van de lage,
bescheiden bebouwing valt echter ook een
middelmatig groot schild al sterk op.
Bij de stadswinkel ligt de zaak anders. De
winkeliers gaan graag bij elkaar in de buurt
zitten, om van de „loop" te profiteren. Zij
moeten tegen elkaar afsteken om aan de pas
santen op te vallen. In een winkelstraat dient
de koopwaar zo dicht mogelijk bij het pu
bliek gebracht te worden, om de mensen tot
kopen te verleiden. Zulk een contact vraagt
om grote ruiten. De eis van de winkelier van
grote glasvlakken is dan ook volkomen ge
rechtvaardigd. Het is echter de uitvoering van
deze glaspui die vaak grote bezwaren met
zich brengt.
Indien de onderkant van een huis geheel
van glas gemaakt wordt, en daarboven een
traditionele topgevel wordt opgetrokken, dan
staat (voor het zicht) deze topgevel op niets.
(Fig. 6). Er is dan een té grote tegenstelling
tussen het traditionele bovenhuis en de mo-
174