derne onderpui. Vele ontwerpers zijn zich niet eens ervan bewust dat een dergelijke open onderpui onder een dichte baksteengevel, be halve een constructief, ook een aesthetisch probleem kan vormen! Gewapend beton, het wondermiddel van deze tijd, maakt immers alles mogelijk; het uiterlijk is van geen belang. Het is wellicht goed in dit verband op twee fundamenteel verschillende manieren van ge bouw te wijzen. Men kan een skelet bouwen, en dit bekleden met niet-dragende wanden, met glas of met hout óf men kan een dragende muur maken met openingen er in. Op overeenkomstige wijze kan de winkelpui worden ontworpen als een niet-dragende af sluiting, gespannen als een scherm tussen de bouwmuren (Fig. 7), óf als een dragende muur met vensters (Fig. 8). Als men beneden één en al glas wenst, zal men de bovenverdieping toch enigszins daarmee in overeenstemming dienen te brengen. We zetten immers ook geen postkoets op een autochassis. Een compromis-oplossing wordt bereikt door onder de massieve topgevel een dragend juk te plaatsen. Het kan zijn een balk op kolommen (Fig. 9), of een lijst die het geheel van winkel en ingang omvat (Fig. 10). Het is zeker aanvaardbaar en stukken beter dan de „oplossing" van Fig. 6. Vele zaken dienen een flinke winkelruit te hebben, met een lage borstwering. Dit is ech ter helemaal niet voor alle soorten winkels het geval. Kleine artikelen lijken extra klein als ze met honderden anderen achter een grote lap glas geëtaleerd liggen. Juwelen, horloges, optiek en fototoestellen komen veel beter uit in een aantal kleine, dan in één grote etalage (Fig. 11). Een etalage is een omlijsting van het artikel. De lijst hoeft niet altijd plat te zijn en een zo groot mogelijk oppervlak te omspannen. Een etalage kan ook als een erker enigzins worden uitgebouwd (Fig. 12); of men kan het mogelijk maken de artikelen van boven af te bekijken (Fig. 13). Voor costuums, regenjassen en fietsen zijn etalages tot op de grond ver kieselijk. Parfumerieën, huishoudartikelen en etenswaren kunnen in een etalage met een flinke borstwering staan. Juist door de ge- eigende vorm te geven aan de verschillende zaken, kan de winkelstraat in de stad zulk een levendig en aantrekkelijk beeld bieden. Een ongelukkige gewoonte is de voorkeur van vele zakenmensen voor de diepe ingangs portiek (Fig. 14). Het idee is dat men zo etalageruimte wint, wat bij een smal perceel belangrijk kan zijn. In werkelijkheid is echter het donkere gangetje waar de klant in zou moeten gaan, allesbehalve aantrekkelijk, en ziet men slechts zelden iemand daarin staan kijken. En als er al mensen staan te kijken, dan versperren ze de toegang voor anderen. Indien 175

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 21