Slabberjafi
Fig. 13. Fig. 14.
Ergens op de pui komt ook de naam van de
zaak. Indien geen standaard fabrieksletters
daarvoor gebruikt worden, dient men goed
toe te zien op de leesbaarheid. Een eenvoudig
druklettertype is verre te verkiezen boven al
lerlei krullende fraaiigheid. Onderkast (klei
ne letters) is op een afstand in het algemeen
beter te lezen dan kapitaal (hoofdletters). Ook
in het opschrift kan men iets leggen van het
karakter van de zaak: een forse letter voor
een slager, een fijn lettertje voor een opticien.
Fig. 15.
De winkelpui is in haar geheel een driedi
mensionale reclameplaat van zeer grote af
metingen. Zij kan echter niet, als op de sta
tions, gemakkelijk overplakt worden. Bij fan
tasieloze en slechte uitvoering is ze een
voortdurende bron van ergernis. Goed ont
worpen, blijft ze tot in lengte van dagen boei
en, en is ze zowel voor de eigenaar als voor
de buurt een voorwerp van gerechtvaardigde
trots.
„Wien - is - da
SLABBER]AN is een immigrant. Tegen
het eind van de achttiende eeuw heeft
hij zich op Walcheren gevestigd. Zijn
vroegere verblijfplaats is onbekend. In „De
oude tijd van 1871", samengesteld door ter
Gouw, heeft de heer H. M. Kesteloo verteld,
dat Slabberjan geïntroduceerd is door een
zekere Serlé, die zeeman was en geboortig
uit Westkapelle. Serlé had in West-Indië
gezworven; mogelijk bracht hij Slabberjan
van daar mee.
In „De oude tijd" voornoemd hebben, be
halve Kesteloo, nog twee heren over hem ge
schreven, men deed de zaken graag grondig
af in die tijd. Een van de scribenten, Is. de
Waal uit Middelburg, wist hoe Slabberjan aan
zijn naam gekomen was. „Nog is het hier ten
plattelande een gewoon zeggen: zijn slabber
ergens insteken, voor: den mond er in te
slaan".
Een boer en-ouderling aldus De Waal
die zijn predikant op huisbezoek vergezelde,
adviseerde de zielenherder, zijn slabber niet
zo lang te laten hangen, waarmee de man
177