ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 zeggen wildedat de praatgrage dominee zijn bezoeken niet zo lang rekken moest. De Waal vertaalde Slabberjan met: jan Praatgraag. Wanneer hij werkelijk met Serlé uit de West is meegekomen, heeft hij mogelijk ook van daar zijn naam meegebracht. Spraken de Surinaamse negers, de Cubanen of de kolo niale samenleving op Curagao óók van een slabberf We gaan dit diepzinnige probleem voorbij en stellen vast: Slabber fan is een gezelschapspel met dopjes en een zak, om die dingen uit te graaien. Spo radisch wordt het nog gespeeld. Men zegt, dat het nogal luidruchtig toeging en dat het buiten Walcheren en Zuid-Beveland weinig vrienden heeft verworven. Slabberjan en het Zeeuws Tijdschrift Het Zeeuws Tijdschrift beoogt de verbrei ding van kennis omtrent Zeeland en zijn be woners. Een wat ouderwets-stijve omschrij ving, die U reeds meer dan dertig keer op de binnenomslag van dit periodiek hebt kun nen lezen. Een vrij beperkt doel is er overi gens precies mee onder woorden gebracht. Wanneer de redactie niet op haar qui vive was geweest, zou na zes jaargangen het Zeeuws Tijdschrift een forum van Slabberjan geworden zijn. Het is waar: we hebben hem wel eens concessies gedaan. Niet in alle af leveringen stond een stuk als „Van de Geer- se's", niet altijd slaagden we er in boven het huisbakken-provinciale uit te komen, Maar Hoe Slabberjan De stenen. 4 slechte matadoren (in volgorde) Jan Rit Smoel Piespot Meelzak de cijfers van 0, 1, 2, 3 enz. t/m 12. we streefden er naar. Ik droom nog wel eens van een Zeeuws Tijdschrift, dat zich ontwik kelt tot een algemeen cultureel blad, waarin voornamelijk, maar vooral niet uitsluitend, aandacht wordt geschonken aan het gewest, dat het uitgeeft. Mijn mede-redactieleden hebben mij ver zocht het hiernavolgende stuk in te leiden. Het is een bijdrage van Ir. F. H. Klokke overSlabberjan. Wis en waarachtig behoort Slabberjan in het Zeeuws Tijdschrift. We zijn trouwens blij, elke keer wanneer we een bijdrage ontvangen zonder daarom gevraagd te hebben. Maar dat het nu juist Ir. Klokke moest zijn, die ons Slabberjan aanbood. Klokke, zijn naam klinkt als een klok. Er zijn weinig mensen, die een zo daadwerkelijk aandeel hebben gehad in de wederopbouw van Zeeland. Hij zou ons kun nen verhalen over de herrijzenis van menige Zeeuwse gemeente, over de principes, waarvan men bij die wederopbouw is uitgegaan, over problemen van bouwvolume en ergerlijke ambtelijke bemoeiing, over gerechtvaardigde en dwaze verlangens van principalen. Ach, Klokke, schrijf daar eens over. Help ons af van het semi-officïèle toontje, dat uit schier elke aflevering van ons blad spreekt, van het semi-of fidele tintje, dat op de omslag glanst. Hier, Ir. Klokke, volgt Uw Slabberjan. Het is rechtvaardig, dat we hem een plaats geven. En mogen wij in de komende jaargang de zevende Uw naam onder een stuk van erotere importantie zien prijken DE BREE gespeeld werd 4 goede matadoren. Herberg (Drink een borrel en ga voorbij) Poesje (Poesje krabt alles terug) Vogel (Sta voor de vogel) Ruiter (Ruiter kapt af) Van elke genoemde steen komen er 2 voor. 178

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 24