ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 de daartoe ingediende wet zal worden uitge voerd. Een gevolg hiervan is geweest dat de afsluitdam in het Veerse gat noordelijker is geprojecteerd dan aanvankelijk in de bedoe ling heeft gelegen. Door deze afsluiting dich ter bij een open zee te projecteren verkrijgt men immers ervaringen in de afsluitingstech niek die vooral voor de afsluiting van de gro tere zeearmen van uitermate groot belang moeten worden geacht. Door de te verwachten inschakeling van het Drie-eilandenplan in het Deltaplan ont stonden voor Zeeland echter voordien niet aanwezige consequenties, waarvan kortheids halve slechts wordt aangestipt het probleem van de garnalenvisserij voor Veere (verplaat sing naar bijvoorbeeld Colijnsplaat zal geen blijvende oplossing bieden als t.z.t. de Ooster- schelde wordt afgesloten door een niet „ge perforeerde" dam). De oestercultuur en het Deltaplan. AANGEZIEN voor de oestercultuur zee water nodig is, zal, wanneer de Ooster- schelde verzoet, deze cultuur aldaar ten dode zijn opgeschreven. Ook bij de oester cultuur gaat het niet alleen om de directe schade in economisch opzicht. Immers, het verdwijnen van de wereldberoemde „Huitres de Zélande" wordt terecht beschouwd als een nationale zaak. Het is dan ook van zeer groot belang dat door de Rijkswaterstaat het idee is geopperd een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van een eventuele verplaat sing van de oestercultuur naar het afgesloten Grevelingenbekken. In verband hiermede is reeds een biologisch onderzoek gaande in een door het Ministerie van Landbouw en Visserij opgericht laboratorium in Wemeldinge, waar onderzoekingen worden verricht onder leiding van Dr. Korringa. Van meet af aan heeft Dr. Korringa te kennen gegeven dat aan de hand van dit la boratoriumwerk niet zal kunnen worden be slist of de oestercultuur eventueel naar de Grevelingen kan worden verplaatst. Er zullen daartoe ook proeven moeten worden genomen op een zodanige schaal, dat hieruit met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een juiste conclusie kan worden getrokken. Doordat het Drie-eilandenplan eerder uit gevoerd wordt dan de overige grote Delta werken biedt het Drie-eilandenplan de moge lijkheid, daarbij op een aanvaardbare schaal tijdig proeven te nemen voor de oestercultuur. Hiertoe zal in de afsluitdam van het Veerse gat een inlaatwerk nodig zijn voor het toela ten van grote hoeveelheden vers zeewater moet voldoende plankton bevatten!), terwijl dit water aan de binnenzijde een groot bezin- kingsbassin moet passeren alvorens het door het eigenlijke oesterkweekkanaal van enige kilometers lengte zal stromen. Overige Zeeuwse wensen t.a.v. Drie- eilandenplan in verband met de oesterteelt, mosselverwatering en visserij in Veere. INDIEN overgegaan zal worden tot de oesterteeltproef in het afgesloten Veerse gat ligt het voor de hand rekening te hou den met de mogelijkheid dat, als deze proef slaagt, het economisch verantwoord kan zijn de aldaar als proef opgerichte oesterteelt te handhaven. (Door een secundaire dam kan t.z.t. een blijvende verzilting van de gehele Zandkreekboezem worden voorkomen). In dit verband zal het dan gewenst zijn het inlaat werk op een zodanige plaats te projecteren dat zo weinig mogelijk kans bestaat dat de toegang van open zee naar het inlaatwerk te veel verzandt. Uit dien hoofde wordt aangedrongen op een noordelijker tracé van de afsluitdam in het Veerse gat, voorzover deze dam ligt over een daar aanwezige grote zandplaat; de plaats van de dam in het diepste gedeelte van het Veerse gat kan ongewijzigd blijven. Uit het bijgevoegde kaartje blijkt dat dan het inlaat werk zeewater kan ontlenen uit de Schaar van Onrust, waarvan zeker geen verondie- ping wordt verwacht alvorens de Oosterschel- 158

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1956 | | pagina 4