De Avifauna van enige Zeeuwse oeverlandschappen in het heden en in de nabije toekomst ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 1 Air. T. Lebret NU de afsluiting van verschillende zeegaten gaat beginnen, wordt overal intensief ge werkt aan plannen met betrekking tot de bestemming van de wateren en de gronden achter de dammen en de vormgeving van het landschap in deze gebieden. Tot dusver had de mens hier weinig of geen invloed op het landschap. Natuurkrachten hadden er tot op zekere hoogte vrij spel. Hierdoor was en is het gebied te beschouwen als een van onze grootste „buiten-laboratoria"waar Nederlandse en buitenlandse biologen gelegenheid vinden de levensprocessen te bestuderen, zoals die zich in de natuur afspelen. En het zijn de bio logen, die ons land binnen de door de technici verwezenlijkte mogelijkheden bewoonbaar moeten houden. Men denke slechts aan het belang van de landbouw en de drinkwatervoor ziening. BOVENDIEN zijn natuurgebieden van grote betekenis voor de recreatie. Een deel der recreatiezoekenden liefhebbert overigens ook in de biologie: natuurstudie is een vorm van recreatie die zich in een toenemende belangstelling mag verheugen. In de rand stad is deze belangstelling nu nog groter dan in onze provincie, maar een van de resultaten van de Deltawerken zal juist zijn, dat randstad en Deltagebied onderling gemakkelijker bereikbaar worden. Er zullen in Zeeland steeds meer recreatie-zoekenden uit de randstad gaan komen (vijfdaagse werkweek) en onder hen zullen er steeds meer zijn die in natuurstudie een verantwoorde vorm van vrijetijdsbesteding hebben gevonden. Intussen bestaat er reeds nu in overig Nederland grote belangstelling voor hetgeen er in het Delta-gebied gaat gebeuren met de vermaarde Zeeuwse natuurgebieden. Voorzover het de avifauna betreft wil ik trachten hieronder tot een prognose te komen. Misschien lijkt de be spreking van één enkele diergroep een wat smalle basis. Toch geloof ik dat er voor deze opzet wel iets te zeggen valt. 1. Vogels vormen ook voor de niet al te serieuze natuurliefhebber een aantrekkelijk waar nemingsobject. In het bijzonder water- en oevervogels zijn door hun grootte en opvallende spe cialismen in lichaamsbouw en gedrag gemakkelijk te onderscheiden. Het aantal soorten is be trekkelijk gering, de namen zijn eenvoudig. Determineertabellen en vreemdklinkende weten schappelijke namen komen er niet aan te pas. Toch bieden de vogels een grote rijkdom aan vorm, kleur, geluid en beweging, vier kwaliteiten, die zonder meer voor waarneming vat baar zijn en die in bijzonder charmante combinaties voorkomen. 2. De meestal sterk gespecialiseerde vogelsoorten die aan de waterkant leven, stellen ieder betrekkelijk strenge eisen aan hun woongebied. Bij het waarnemen der vogels ziet men dan ook al vrij spoedig hoe een bepaald oeverlandschap geaard is, nog vóór men met botaniseer trommel en plankton-net de plantenwereld en de lager georganiseerde fauna is gaan analy seren. 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1957 | | pagina 4