hedendaagse Zeeuwse Beeldende Kunst Non-figuratieve invloeden in de ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 DE vloedgolf der moderne kunst, die aanvankelijk in Frankrijk haar bronader heeft, maar die later ook in ander Europese landen opwelt en tenslotte Europa en Amerika overspoelt, heeft de Zeeuwse beeldende kunst zeker niet onberoerd gelaten. Door de aanraking met de geprononceerde tegenstellingen en de rijk genuanceerde stromingen der moderne beweging, geven ook de Zeeuwse schilderkunst en plastiek een sterk gevarieerd beeld van talloze -ismen te zien, dat zich aan iedere leidende gedachte en overheersende aes- thetische normen lijkt te onttrekken. Het zijn vooral deze factoren en het individualisme van de kunstenaar die een remmende werking uitoefenen op de vorming van een kunst met een specifiek Zeeuws karakter. Ook kan dit regionale karakter niet alleen worden bepaald door de keuze van inheemse motieven, maar een de kunstenaars bindend bewustzijn van de aard en een begrip voor het eigene van de streek vormen daartoe evenzeer een onverbrekelijke voorwaarde. Mede door het gemis van dit gevoel van verbondenheid met het eigen gewest moet de Zeeuwse beeldende kunst en dit geldt trouwens tot op zekere hoogte ook voor de Neder landse dan ook meer worden gezien als een component van de grote internationale be weging. Overigens is het een geborneerdheid de verscheidenheid van richtingen en opvattingen als een onrustbarend verschijnsel te beschouwen en te veronderstellen dat slechts eenheid van stijl en kunstopvatting een noodzakelijke voorwaarde moet zijn voor een waarlijk gezonde en krachtige kunst. Deze zienswijze is door de artistieke grootheid van de vele heterogene vertegenwoordigers der hedendaagse kunst op wel overtuigende wijze ontzenuwd. OMDAT de cultuurhistorie hier weinig opheldering geeft, is het niet gemak kelijk de geschiedenis der Zeeuwse kunst, die rond de eeuwwisseling tot een krachtige opleving komt, nauwkeurig te be naderen. Het staat evenwel vast dat reeds voor de komst van Toorop op Walcheren de schilder kunst in Zeeland beschikt over een groep ac tieve beoefenaars van eigen bodem. De voornaamste vertegenwoordigers van deze groep zijn de Middelburger W. J. Schütz, de Verenaar Vaarzon Morel, beide impressio nist en de min of meer prae-Rafaëlitisch 1) ge oriënteerde Veerse schilder Jan Heijse. Aangetrokken door de luciditeit en blond heid van het Walcherse licht vestigt zich tus sen de jaren 19031910 een select schilders gezelschap in Domburg, waaronder Jan Toor op, zijn dochter Charley, Piet Mondriaan, Hart Nibbrig en Jacoba van Heemskerck. In navolging van Seurat beoefenen zij het luminisme, dat door haar streven naar segre gatie van de kleur 2) als een voortzetting van de impressionistische beginselen kan worden beschouwd, maar door de hechtere bouw ver- 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1957 | | pagina 12