ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 3
Philip ten Klooster, Geboorte, zandsteen, hoogte 40 cm.
Philip ten Klooster, geboren 1909 te Semarang en werkzaam te
Veere.
Vorming: Kunstnijverheidsschool en Rijksacademie. Werkt in steen,
brons en hout.
Werken voor gebouwen: Stadhuis Middelburg, gebouw Polder
Walcheren Middelburg, Abdij Middelburg, Electrische Centrale
Vlissingen, Eerste Kamer 's-Gravenhage en Station Vlissingen.
Monumenten: Frans Nacrebout Vlissingen, Ceres Goes.
kantige en strakkere weergave der objecten
met hevigere gevoelsexpressie.
Krachtig van bouw en ruimtewerking is de
gestyleerde in 1954 tot stand gekomen groep
„schoolmeisjes", die bijna antithetisch gecom
poneerd is.
Wat geforceerd is het „contraposto" van
de rechtse meisjesfiguur met een te zwaar en
daarom iets te veel de aandacht opeisend
„spielbein".
Ook hier werd de kunstenares geconfron
teerd met het altijd weer lastige probleem om
tussen de figuren van een groep de zo nood
zakelijke eenheid tot stand te brengen. Lies-
beth Messer heeft dit verbindend element niet
alleen door het inhaken der armen en de dia
gonale stand der benen naar de vorm, maar
door het gesprek ook naar de geest op knappe
en ongedwongen wijze tot stand gebracht.
De beeldhouwkunst van Ten Klooster is
voor het grootste deel toegepast. Zijn vrijere
plastieken zijn schaarser en over het algemeen
uit een wisselend stijlgevoel geboren.
Opvallend is het schuchtere, bedeesde ka
rakter van zijn kunst, dat geheel vrij is van
ostentatieve berekening of geëxalteerde aan
doeningen.
Uit een oogpunt van restauratie moge zijn
in zandsteen gekapte console met engelen mis
schien moeilijk verenigbaar zijn met de streng
verticale en lineaire architectuur der laat-go-
tiek, als kunstwerk is dit stukje sculptuur ech
ter verrukkelijk.
Hoewel de gezichten en het haar sterk aan
de antieke traditie herinneren behoudt het ge
heel toch een meer romaans voorkomen. Vorm
en oppervlak zijn van zulk een tere en ron
dende zachtheid dat het wel lijkt alsof de
contouren zich met de atmosfeer hebben ver
smolten. Toch is de compositie nergens slap of
krachtloos.
De verstilde innigheid en serene stemming
welke in deze figuren zo sterk domineren wij
zen er op dat de psychologische tastzin van
Ten Klooster nog verder reikt dan zijn fijn
ontwikkeld vormvermogen.
DEZE beschouwing is geschreven op een
tijdstip dat onze Zeeuwse beeldende
kunst in een opvallend stadium van
ontwikkeling verkeert. Nimmer waren de in
terpretaties van onze kunstenaars zo gediffe
rentieerd en hun concepties zo gedrufd als
thans.
Het is niet mogelijk te voorspellen of de
vele richtingen in de hedendaagse kunst zich
tenslotte zullen versmelten tot één grote stijl
of dat de stromingen zich nog verder zullen
vertakken.
Merkwaardig is het verschijnsel van collec
tieve gevoeligheid vooral in sculptuur en
wandschilderkunst voor Egyptische,
Grieks-Archaïsche, Byzantijnse en Romaanse
karaktertrekken. Steeds weer bedient de kun
stenaar zich van deze gestyleerde en twee-
84