De Grote Kerk te Veere ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 4 door Mr. dr. WHugenholtz AAN het eind van de 13e eeuw was er te Veere nog geen kerk, doch slechts een kleine kapel, die gelegen was aan de haven - toen een baai of „weelken" - vlak tegenover de, naar die kapel genoemde en nog steeds bestaande, Kapellestraat. Zij lag op een hoogte, van waaruit men de vaartuigen op zee kon zien. Men ging van daaruit af en toe eens gauw naar de schepen in het Veerse Gat kijken. Vandaar dat deze kapel „Kijckgau" genaamd werd. Volgens Ermerins is de stichtingsdatum on zeker. Hij verwijst naar de Tegenwoordige Staat, volgens welke de kapel in 1551 al ver dwenen was. Uit een rekening van de kerk van Veere van 1556 blijkt, dat zulks zeer waarschijnlijk is, immers daar staat „van den dienst, die men plach te doene in de Capelle op de havene, die men nu doet op Sinte Annen Autaer als men de voorsz. Capelle afgebro ken heeft". Verder wordt over Kijckgau nog gezegd: „in het Kapelleken dat op de haven plach te staen, mogt zes dagen ter weke Loff gesongen worden door den Schoolmeester deser Stede, met zes kinderen ten minsten". In 1720 zijn de grondslagen van Kijckgau bloot ge komen door een grondbraak. De lengte der kapel bleek 32 en de breedte 16 voet te zijn. Behalve in deze kapel volbrachten de Vere naars hun godsdienstplichten in de kerk van Zandijke, die zeker al in 1216 bestond. Zan- dijke was reeds in 954 een bebouwde plaats. Onder Wolferd II - toen Veere al aardig was uitgegroeid - wilden de Veerse gelovigen niet langer bij de dorpers van Zandijke ter kerke gaan, maar een eigen Godshuis hebben. Men neemt aan dat in 1332 met de bouw van de Onze Lieve Vrouwe Kerk is begonnen en dat deze in 1348 was voltooid. In ditzelfde jaar werd zij door Paus Clemens VI, zetelend te Avignon, tot parochiekerk verheven en be giftigd met aflaten en gunsten. Volgens Pa stoor Van der Horst zou die eerste kerk een ruim gebouw zijn geweest met drie beuken en vervaardigd van Zeeuwse moppen en op getrokken in spitsbogenstijl. Hij vermoedt, dat er drie altaren in hebben gestaan en dat de dienst werd waargenomen door een pastoor en een kapelaan. Van de geschiedenis van deze kerk is niets bewaard gebleven. Middelerwijl was in Vrouwenpolder ook een kerk door Wolferd II gesticht, welke in 1345 voltooid was 1). Zowel deze als die te Veere vielen onder de moederkerk te Zandijke en moesten aan deze een jaarlijkse rente be talen (filiatie recht). In 1469 schonk Hendrik IV aan de kerk te Zandijke het uitsluitend recht was en waskaarsen aan de kerken in de buurt te verkopen. Deze kerk is in 1572 ver woest en verbrand. De overblijfselen zijn in 1585 grotendeels gebruikt om het Oranje Bol werk te Veere op te bouwen 2). De deken van het Sint Pieters Kapittel te Middelburg bezat het collatierecht van de Zandijkse kerk, dat hij in 1323 overdroeg aan de graaf van Zee land. Volgens Reygersbergh trok de eerste plechtige processie op de derde Pinksterdag van 1365 uit die kerk. Weldra was de Zan dijkse processie de grootste en prachtigste van heel Walcheren. VOLGENS Pastoor van der Horst, van 1857-61 Rector te Veere, de schrijver van Kerkelijk Veere, was de Veerse kerk in het begin van de 15e eeuw te klein geworden. De in welstand en rijkdom toege nomen Verenaars wilden een prachtige kruis kerk bouwen, welk plan door Wolferd V werd ondersteund. In 1405 was men met de nieuwe plannen klaar, gelijk blijkt uit een stadsreke- 102

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1957 | | pagina 14