No. 4
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
AT de verdere lotgevallen van de
Grote Kerk betreft zij vermeld, dat
deze door een novemberstorm in
1800 zodanig werd beschadigd, dat de kerk
diensten daardoor voor een geruime tijd wer
den onderbroken. Toen de Engelsen in 1809
op Walcheren landden en Veere werd gebom
bardeerd werd ook de kerk lelijk gehavend en
is deze sindsdien nooit meer gebruikt. De En
gelsen namen de kerk als kazerne in bezit om
er manschappen in onder te brengen, terwijl
ook hun zieken daar verpleegd werden. Na
het vertrek der Engelsen bleef de kerk buiten
dienst en toen de Fransen kwamen werd zij
alras op keizerlijk bevel van 2 oktober 1811
opgevorderd tegen 25 oktober daaropvolgend.
Er moest een militair hospitaal in gevestigd
worden.
De eigendommen, als banken e.d., mochten
er eerst uit worden genomen. Het duurde ech
ter nog tot 1812 voordat de Fransen in de kerk
trokken. Zij begonnen terstond met het ver
nielen van de mooie praalgraven, waarvan
weinig gered kon worden. Met de in de kerk
rustende doden werd ruw omgesprongen. De
nabestaanden kregen nauwelijks de tijd om
het gebeente der gestorvenen elders te begra
ven. Zij bleven de wacht houden bij de gra
ven, tot deze in veiligheid waren gebracht.
Vaak werden zij daarbij gehinderd en gemoles
teerd door de Fransen, zeggende dat de over
ledenen geen goede katholieken waren ge
weest. In maart 1813 was men klaar met de
inrichting van het hospitaal uit vijf verdie
pingen en negen grote zalen bestaande. Er
werden vier vloeren aangebracht in het schip
en in het transept. Deze zijn er later weer uit
gehaald. Men kan de sporen nog zien. 16) Een
grote ringmuur werd rond de kerk gebouwd,
waartoe eerst een heel blok huizen afgebroken
moest worden.
De Koning wilde de kerk in 1817 aan de
Hervormde Gemeente teruggeven. Waar deze
niet bij machte was deze weer te restaureren
besloot de Koning, op verzoek van de ge
meente Veere, in 1818 om het gebouw in te
richten als een provinciaal Werkhuis. In 1823
werd het als zodanig geopend en er werden
60 inwoners van Zeeuwsch-Vlaanderen, waar
onder vele kinderen in ondergebracht. De
Hervormde Gemeente ontving een schadever
goeding van 4.000,terwijl 11.000,—
was beloofd. In 1827 werd het Werkhuis op
geheven en in 1829 kreeg de Hervormde Ge
meente de Kerk terug, die deze in 1832 weer
aan de Regering afstond voor 1403,Er
kwam toen weer een militair hospitaal in, het
welk in 1859 werd opgeheven.
TOEN Koning Willem III Veere op 25
mei 1862 met een bezoek vereerde was
de kerk als kazerne in gebruik. Er was
toen een schermzaal in, een garnizoensapo
theek, verschillende lokalen tot huisvesting
van manschappen alsmede een kleding-, wa
pen- en nachtlegermagazijn 17).
Nog zij vermeld, dat de drie prachtige ko
peren lichtkronen, elk met drie transen, die
waarschijnlijk tot 1809 in de kerk hebben
gehangen nu de St. Catharinekerk in Brussel
sieren. In 1824 hing nog een zware klok in de
toren, waarop te lezen stond: „Soli deo gloria.
Jasper van Erpegom me fecit. Medioburgi Ze-
landiae 1689. Anno 1686 op 25 Mei sijn tot
Vere dry kerken met twee torens verbrandt
en uyt de vergaderde spijs van twee kloeken
is dese gegoten" ls).
Het is te hopen, dat in de naaste toekomst
een waardige bestemming voor de Veerse kerk
worde gevonden.
Bronnen:
Kerkelijk Veere, de Katholiek 1864, XLVI.
Ermerins, Zeeuwse Oudheden, deel 4.
Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden,
deel X.
M. Z. van Boxhorn, Chronyck van Zeelandt, deel II.
Jan Reygersbergh, De oude chronycke ende historiën
van Zeelandt, deel I.
Voorlopige Lijst der Ned. Monumenten, 1936.
t) Hollestelle, Tholen, blz. 171. Op blz. 167 deelt
Hollestelle mede, dat Wolferd II in 1340 te Avignon
is geweest, alwaar hij Paus Clemens VI zou hebben
geraadpleegd over de kerk te Vrouwenpolder.
2) De bouwvallige toren moet in 1623 nog bestaan
hebben, immers Valerius rept in zijn gedicht in de
„Zeeuwsche Nachtegaal" van dat jaar over raven,
107