Zuid-Bevelandse meisjes in Varijs ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 4 die „Jarelicx broen te Sandijck op den Thoren". Vgl. Valerius' Ned. Gedenck-clanck op pag. XXI. 3) Vgl. ook Kerkelijk Veere, t.a.p., blz. 271, waar verwezen wordt naar de stadsrekening betreffende die ramen. 4) Volgens Dr. W. S. Unger en Dr. J. J. Westendorp Boerma is men in 1479 pas met de nieuwbouw be gonnen, zie Archief 1955, blz. 5. 5) Een schets van de triptiek der St. Pauluskapel treft men aan op blz. 172 van het Bulletin, uitge geven door de Ned. Oudheidk. Bond 1900-1901. Een uitvoerige beschrijving van de schilderij en van de kapel geeft Van der Horst in de Katholiek 1901, blz. 47 e.v. De fundatiebrief is daar ook opgenomen. 6) Over het stadhuis zie men de interessante be schouwingen van Dr. W. S. Unger in de in 1943 ver schenen brochure: „Het stadhuis van Veere". 7) Een overzicht van dit alles is te vinden in Ze- landia Illustrata 4e afl., 1876, blz. 584 e.v. Een zeer uitvoerige en meer nauwkeurige lijst komt voor in: Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken van Zeeland, door Mr. P. C. Bloys van Treslong, blz. 272 e.v. 8) Over de geestelijken der kerk zie men: Van der Horst, Kerkelijk Veere, de Katholiek 1900, blz. 424 e.v. 9) Zie ook Voorlopige Lijst der Ned. Monumenten, deel VI, blz. 248. 10) Oudheidkundig Jaarboek, 1936, blz. 48 e.v. n) Vgl. Dr. Unger, Veere, Archief Zeeland 1955, blz. 5, noot 10, waar wij lezen: Vermoedelijk is dit (nieuwe koor) na 1572 tenietgegaan en door de Her vormden tegen het transept een driebeukige hallenkerk opgetrokken. 12) De opvatting van Vermeulen lijkt mij de juiste. Het is immers altijd de bedoeling geweest een Kruis kerk te bouwen. Daarenboven is een koor het belang rijkste deel van de kerk en zal dus zeker nog aange bracht zijn. Wij zagen hoe geen kosten werden ge spaard en dat Roman eerst in 1560 klaar was met het prachtig portaal. 13) Afgedrukt t.a.p. op blz. 52. 14) Ook het Engelse Koningshuis bezit van deze schilder een schilderij van de kerk te Veere. 15) „Iets over de Kerk te Veere", Leeskabinet 1875, deel 2, blz. 2. 16) Vgl. Mr. P. H. Damsté, blz. 61. 17) Zie Mr. J. A. de Stoppelaar, Willem III in Zee land (1863), blz. 129. 1S) De Kanter en Ab Utrecht Dresselhuys, De pro vincie Zeeland, blz. 162. Hans Warren Trois filles splendides, plantureuses, fratcbes". EEN paar jaar geleden ontving ik eens van iemand, die ik enkele hoekjes van Parijs had laten zien een brief, waarvan de inhoud hierop neerkwam: onlangs hadden we een familie bijeenkomst, waarbij onze Parijse reis ter sprake kwam. Mijn oudste zuster vroeg mij toen, of ik daar haar standbeeld niet ergens in een museum of park had zien staan. De briefschrijver had daar ontkennend op moeten antwoorden. Ten bewijze was een fotobriefkaart bijgevoegd, waarop een Zuid- bevelandse schone in vol ornaat die een kous stond te breien. Er onder stond „Tricoteuse zélandaise" (Zeeuwse breister) Raymond Sudre, salon 1906, en links boven de opdracht „A Mile Korstanje. Souvenir de l'auteur a son gracieux modèle, 28 mai 1906". NU kende ik Parijs, zijn musea en parken en de zich daarin bevindende beelden, hoe talrijk ook, tamelijk goed, maar dit werk was me volkomen onbekend en het zou me wegens het onderwerp alleen al, toch ze ker reeds van verre opgevallen zijn. Daar de briefschrijver mij vriendelijk de opsporing van de breister verzocht, maakte ik eerst een re kensommetje. De naam Sudre was me slechts vaag bekend. Maar 1906, dat was vijftig jaar 108

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1957 | | pagina 20