ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 4 Meisje met pop (marmer) beeldje. Een van de heren uit de kring zijn naam mag ik zelfs nu nog niet noemen) trok een boerenpakje aanSudre schikte een der meisjes in zijn armen (wie wel eens een toneel- kus op een zuidbevelands dorp heeft moeten ensceneren kan aanvoelen hoe houterig het ge gaan zal zijn) en zo ontstond de „Baiser zé- landais", de Zeeuwse kus. Kortom, er werd gewerkt in die maanden. Niet alleen in klei, maar ook in gips, dat Sudre en ds. Mooij in Antwerpen gingen halen. MET ontroering herinnert de heer Sudre zich het onvermijdelijke afscheid. Het was vier uur in de morgen toen hij ver trekken moest. Al zijn vrienden en de meisjes waren op, en ze hadden een fiets voor hem gecharterd opdat hij niet naar de trein zou hoeven te lopen. Op de fiets vergezelden zij hem naar het station. Nergens op zijn europese reis had hij zoveel hartelijkheid en vriend schap ondervonden als op dat Zeeuwse dorp. De beeldjes waren, zorgvuldig in kisten ver pakt, naar Parijs gezonden. Helaas bleken zij nog al beschadigd bij aankomst, zodat er heel wat te repareren viel. De beeldhouwer maakte afgietsels in brons, maakte vergulde bronzen en hieuw het meisje met de pop uit in smette loos marmer uit Carrara. In 1906 werden de Zeeuwse meisjes ten toon gesteld met andere resultaten van zijn reis, en ze hadden een groot succes. De beroemde porseleinfabriek in Sèvres voerde zelfs enkele figuurtjes uit in zachtgekleurd porselein, en ook decoreerde Sudre een paar gebruiksvoorwerpen (monu mentale inktpotten) met de bustetjes van de Zeeuwse meisjes. Ik bekeek het werk dat Sudre nog in zijn bezit had heel aandachtig. Het is bijzonder zorgvuldig uitgevoerd en afgewerkt er wer den niet veel détails van de costuums ver waarloosd. Men herkent de kleine rondom het „Zeeuwse kus" 112

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1957 | | pagina 24