No. 4 ZEEUWS TIJDSCHRIFT Laten we enkele uitgaven uit deze stads rekeningen eens nader bekijken „Ander uutgheven van metsers ende hueren knapen metsgaders de temmerlieden de sande- man de eerdevoerders en ooc de saeghers, die ghewrocht hebben in die jaer voorleden ander poorte tnieuwer werck deser stede Overdam, naer tuutwysen eender rolle dewelcke byson- der mensioen daerof maect, ghedaen ten pre sente van scepenen". Niet mis te verstaan m.i. wat de plaats be treft, „Overdam". Juist daar vonden we onze poort terug. Jammer, dat we niet kunnen te ruggrijpen naar de „rolle" in de rekening ge noemd. Die zou wellicht een volledig licht op het ontstaan van de poort hebben kunnen la ten schijnen. De rekening van 1506 is helaas niet meer in het archief aanwezig. Een andere post zegt ook wel wat: „Item betaelt den voorn, scippers vandat zij tvoorn hout losten uut huerlieder scepe tot up tlant bij den nieuwen wercke, 3 s. 4 gr." Men kon dus per schip tot aan het nieuwe werk komen. Op geen andere plaats in Hulst dan waar onze poort ligt, was dit mogelijk. Dat de haven in de poort moest overwelfd worden, is vanzelfsprekend, omdat er twee wegen overheen moesten lopen. Een brug was er nodig om over de vestinggracht en het ha venkanaal in de stad te komen. De volgende twee posten passen heel goed in dit kader: „Item betaelt wouter vossaert, jan de zomere ende andre aerbeyders van de vors 36 bakken over dweersch te legghen omme de formeelen up te stellene over de havene, 2 s." „Item betaelt jacob leenknecht voor 300 voeten berts ende een alf dat hij de stede ghe- levert heeft ende verorbaert an tvoors nieuwe werck om de formeelen te verdeckene int ver welven van den nieuwen brugghe, 8 s." Na het overwelven werd het vrijkomende hout op de Vischmarkt gebracht. Natuurlijk, geen plein lag dichter bij de poort, dan deze markt. „Item betaelt jacob wychen ende jan hayman voor dat zijlieden de formeelen ende eecken Doorgang van "West- naar Noordpoort. Foto KokHulst plancken uuten watere vischten doe tverwelf gedaen was ende voerdense up de vischmarct, 2 s. 2 gr." Dat het in de stadsrekeningen wel degelijk gaat om het bouwen van een poort, kan men uit de volgende uitgaaf lezen: „Item betaelt noch bartholomeeus coelman voor een quantiteyt stekens steene omme de trappen mede te makene in de torre van de nieuwe poorten, 8 s." Het gaat hier werkelijk om een enorm bouwwerk, want vele scheepsladingen „ordu- ne, calck en tyraes" kwamen dagelijks aan het werk. Tientallen uitgaafposten kan men in de stadsrekeningen hierover aantreffen. Een aanwijzing in de stadsrekening van 1508-09 geeft wel een heel duidelijk bewijs: „Item betaelt adriaen de Grave die ghe- nomen heeft beede de valbrugghen van de nieuwe poorte te makene ende thone te leve ren datter toebehoort, enz, 14 6 s. 8 gr." 117

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1957 | | pagina 29