No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
een aanzienlijk aantal kleine en middelgrote ondernemingen, waarvan de produkten niet zel
den ver buiten onze nationale grenzen bekend geraken. Ik citeer: landbouwwerktuigen, ma
chines en onderdelen voor machines, zoals tandraderen en veren, metaalconstructies enz.
De voedingwarenbereiding is tot ontwikkeling gekomen in Oost- en West-Vlaanderen en
langs het kanaal van Terneuzen.
De scheikundige nijverheid daarentegen is in West-Vlaanderen zeer weinig ontwikkeld, in
vergelijking met de andere twee provincies.
De kleding- en confectienijverheid is in Oost-en West-Vlaanderen ontwikkeld als een annexe
van de textielnijverheid. Op dit ogenblik is een verdere expansie voelbaar, door het afschui
ven van deze bedrijfstak uit de grote centra, zoals Rotterdam en Brussel, waar het voor deze
branche steeds moeilijker is arbeidskrachten aan te lokken. Ook Zeeland profiteert meer en
meer van deze tendens.
De houtverwerkende industrie is eveneens, om gelijkaardige redenen, na de tweede wereld
oorlog tot grote bloei gekomen in de twee Vlaanderen.
De genoemde bedrijfstakken omvatten 87 van de totale tewerkstelling. Gemiddeld tellen
de 10.736 industriële ondernemingen in Oost-Vlaanderen 17 werkkrachten, de 11.123 in
West-Vlaanderen 10 werkkrachten, en de 6.071 ondernemingen in Zeeland 6 werkkrachten.
De grootste onderneming is gelocaliseerd te Vlissingen: „De Schelde". Het grootste aantal
grote ondernemingen vindt men tezamen in het Gentse en in de Kanaalzone.
De verzorgingssector van Oost- en West-Vlaanderen en Zeeland telt ca. 310.000 personen,
waarvan 47 in Oost-Vlaanderen, 40 in West-Vlaanderen en 13 in Zeeland. Het is
opvallend dat hun aantal, in van de actieve bevolking, het hoogst is in de minst ont
wikkelde streken van West-Vlaanderen en Zeeland, hetgeen er op wijst dat ook hier nog ar
beidsreserves verscholen zitten.
Van bijzonder belang voor ons gebied is het vreemdelingenverkeer, dat sinds 1948 een
merkwaardige uitbreiding heeft genomen. Onze badplaatsen, onze kunsthistorische steden,
onze sportgebieden en landelijke gewesten zijn voor een bevolking van ettelijke miljoenen
een onmiddellijk bereikbaar toeristisch gebied. De gezamenlijke logiescapaciteit van de twee
Vlaanderen en Zeeland bedraagt 26.350 hotelkamers waarvan 23.500 of 89 in West-
Vlaanderen, 2.100 of 8 in Zeeland en 750 of 3 in Oost-Vlaanderen.
Alles wat voorafgaat vermag echter niet van Oost-, West-Vlaanderen en Zeeland een
problemenloos gebied te maken. Integendeel, in ons gebied, dat een globale actieve bevolking
telt van 1.050.000 eenheden, zijn ook gedurende de voorspoedige jaren welke juist achter
ons liggen arbeidsoverschotten blijven bestaan. Het daggemiddelde van de werkloosheid ge
durende de periode 1952-'57 bedroeg in:
Oost-Vlaanderen 49.900 eenheden
West-Vlaanderen 38.600 eenheden
Zeeland 1.600 eenheden
Totaal gemiddeld 90.100 werkkrachten
Bemerken wij hierbij allereerst, dat de wetgevingen ter zake niet gelijk zijn, zodat uit de
grote verschillen tussen Zeeland enerzijds en de beide Vlaanderen anderzijds, geen overhaaste
conclusies mogen getrokken worden. Van betekenis zijn echter wel de volgende verhoudingen:
1. Met 26 van de totale Belgische bevolking telden de beide Vlaanderen gedurende
deze periode gemiddeld 41 van de totale werkloosheid in België.
1 29