ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 Onlangs nog schreef drs. Verburg, directeur van het E.T.I. Zeeland: „Inmiddels is de ver wachte integratie van het economisch leven voor een Deltagebied als Zeeland van grote be tekenis. De neiging tot het gebruik van steeds grotere zeeschepen, waarmede grotere hoeveel heden goederen kunnen worden getransporteerd leidt tot concentratie van de scheepvaart in bepaalde havens. Het is duidelijk dat dergelijke grote schepen bij voorkeur gebruik zullen maken van havens welke zo dicht mogelijk bij de open zee zijn gelegen en dat zij gebruik maken van ondiepe-wateren of ver inlands gelegen havens zoveel mogelijk zullen vermijden." Bovengenoemde factoren hebben er stellig toe bijgedragen dat er de laatste jaren een sterke tendenz merkbaar wordt om de havens zowel als de zware industrie, die van de aanvoer van grondstoffen overzee afhankelijk is, zo veel mogelijk naar de kust te verplaatsen. De grote vlucht van het vervoer per vrachtauto, waardoor de produkten gemakkelijk naar het afzetgebied kunnen worden vervoerd, werkte de verschuiving naar de kust nog meer in de hand. Het is duidelijk dat deze ontwikkeling met name voor Vlissingen en voor Terneuzen van verstrekkende betekenis kan zijn. Vooral daar verwacht mag worden dat de douanegrenzen binnen het gebied van de Euromarkt op de duur een geringere rol zullen gaan spelen, moet een belangrijke ontwikkeling van de havenfunctie voor mogelijk worden gehouden. Eenmaal de dammen en de bij het Deltaplan behorende bijkomende werken voltooid, zal dit nadeel enigszins worden opgeheven. Ook dan zal het gemis aan een vaste oeververbinding over de Westerschelde, waarmede het West-Vlaamse en Franse achterland zou kunnen worden opengelegd, nog pijnlijk worden gevoeld. Aan dit bezwaar zou alleen door de aanleg van een vaste verbinding kunnen worden tegemoet gekomen. Een ander nadeel voor Vlissingen is het ruwe water van de Wes terschelde dat deze zeearm bij de binnenscheepvaart onpopulair heeft gemaakt. Hieraan kan wellicht worden tegemoet gekomen door de aanleg van een kanaal in de richting van de Oosterschelde. Ik herhaal het, al deze geografische-, technische- en menselijke voorrechten waarvan onze drie provinciën genieten, stellen deze laatste in staat op de meest volmaakte wijze te beant woorden aan alle noodwendigheden van een toekomstige expansie van de Benelux-economie en kunnen deze economie toelaten het hoofd te bieden aan hetgeen ik zou willen noemen de gevaarlijke maar hoopvolle wedstrijd welke zich zal ontwikkelen onder de zes landen die deel uitmaken van de Gemeenschappelijke Markt. Ongetwijfeld valt er nog veel te doen indien wij een zekere achterstand op bepaalde gebieden willen inhalen, inzonderheid inzake produktiviteit. Maar een gevoel van vertrouwen vervult mij wanneer ik merk dat onlangs een zeker aantal organismen werden geschapen tot het bevorderen van de produktiviteit en het rationaliseren van de produktiemethodes. De aloude merkwaardige eigenschappen van onze grote nijveraars en economisten en van ons werkzaam volk, eigenschappen van voortvarenheid, vooruitgangsgeest en een kijk op de harde maar lumineuze toekomst, zijn de zekerste waarborgen van het succes, onder voorbehoud nochtans dat zij mogen rekenen op de medewerking en de krachtdadige steun van de Regerings-, de Provinciale en de lokale overheden. Dit geldt vooral in deze tijden waar de wetten van de vrije concurrentie en van het vrije bedrijf diep beïnvloed worden door de houding van de Openbare Machten. Vierde wapen. Een ander element van het actief is het geheel van onze professionele en interprofessio nele kaders. 140

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1957 | | pagina 22