No. 5
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Een oude vrouw van 83 jaar, leunende
op haar krukje, treedt toe en vraagt of
men hare papieren heeft onderzocht en of
zij al dan niet de medaille was toegewezen.
Iedereen verwonderde zich en denkt het
besje sufte, maar onmiddellijk treedt een
beambte toe, geeft het oudje den arm, en
brengt haar naar een stoel, met luider stem
hare titels voorlezende: „Thérèse Figueur,
genaamd Sans-Gêne, geboren in 1774 te
Talmy (Cóte d'Or), ingelijfd in het 15de
regement dragonders, den 7 October 1791,
gepensioneerd wegens ontvangen wonden,
u wordt de medaille toegekend." Op
deze woorden staat de oude op en stelt zich
in 't gelid. Men hechtte haar de St. Helena-
medaille aan het keurslijf en militairement
groetende, riep zij met eene voor haar jaren
duidelijk luide stem met de kruk in de
hoogte: „leve de keizer!"
Ongetwijfeld heeft deze vrouw model ge
staan voor Madame Sans-Gêne, het „recette
stuk" dat 36 jaar later te Parijs voor het eerst
opgevoerd, een ware triomftocht door de
hoofdsteden van West-Europa zou begin
nen
Weerslag van het gebeuren, spiegel der kun
sten, natrilling en soms voorafschaduwing van
het werelddrama, maar ook een enkele
maal stof voor nieuwe toneeldrama's: dat alles
geven ons de vergeelde kolommen van een
onaanzienlijk blaadje dat feitelijk tegelijk als
vrucht van de revolutie van 1795 en van de
bevrijding van 1813 te beschouwen valt, en
als zodanig een stevige basis voor het Zeeuwse
cultuurleven mede gelegd heeft.
Dr. D. A. DE GRAAF.
1) Deze, in de Nederlandsche Spectator van 12 juni
door een onbekende medewerker (Van Vloten?) als
„laatste woorden van Potgieter" aangemerkte uitspraak
komt voor in een na de dood van de letterkundige
uitgegeven „aanhangsel" van Het Leven van R. C.
Bakhuizen van den Brink, waarvan de bewuste passage
intussen niet het slot vormt (zie uitgave van 1890).
2) Curiositeitshalve zij vermeld dat in de Goessche
Courant van 19 oktober 1886 gerept wordt van een
door diefstal ontvreemde critiek op diens (tezamen met
S. A. Naber uitgegeven) Verisimiliaeen zaak waar
in de politie gemoeid werd.
Rond de begroting van de Provincie Zeeland voor 1938
De gewesten die tot de Franse Revolutie de Neder
landen vormden hadden zulke omvangrijke bevoegd
heden dat zij meermalen de eenheid bedreigden. In
1814 werd dit systeem niet gerestaureerd en de taak
van de Provincie sterk teruggedrongen. Het regime
droeg ten tijde van Willem I een sterk centraliserend
karakter. In later tijden zijn de provinciale bevoegd
heden geleidelijk uitgebreid, omdat de praktijk hiernaar
vroeg. „De natuur is niet daarom zoo rijk, dewijl zij
ééne kracht, maar omdat zij eene oneindige verschei
denheid van wezens, ieder met eigen kracht, onder
eene algemeene wet laat werken", zo formuleerde
Thorbecke deze praktijk. Vooral na de Tweede We
reldoorlog werd de zorg van de Provincie uitgebreid.
Men ziet dit zeer duidelijk aan haar taak ten aanzien
van het Deltaplan. Het Provinciaal Bestuur constateert
in zijn toelichting op de begroting voor 1958: „In dit
tijdsgewricht neemt de bestuurstaak in verantwoorde
lijkheid toe; de uitoefening daarvan voert tot het
scheppen van nieuwe vormen en tot uitbreiding van
het werk van provinciale diensten, die op hun terrein
voor andere opgaven en telkens nog weer wijdere as
pecten komen te staan."
Ten teken van dit laatste is de begroting van de
Provinciale Planologische Dienst sterk opgevoerd en
ontvangt de Stichting Zeeland voor Maatschappelijk
en Cultureel Werk aanmerkelijk meer subsidie. Ook de
Provinciale Zeeuwse Vereniging voor Vreemdelingen
verkeer zal haar provinciale bijdrage sterk verhoogd
zien. Zo luiden althans de voorstellen van Gedepu
teerde Staten, waaraan de Provinciale Staten nog hun
bekrachtiging moeten geven.
Daarnaast doet het prettig aan dat het culturele
werk in de provincie wordt voortgezet. Wij vinden
in bijlage 57a zeer uiteenlopende posten: amateur-
muziek, volkszang en fanfare, beroepsmuziek, amateur
toneel, beroepstoneel, openluchttoneel, jeugdtoneel,
beeldende kunst, spreidingsactiviteiten, Zeeuwse Cultu
rele Dag, Zeeuwse Prijs en bijzondere evenementen. De
traditie wordt gerespecteerd in de vele subsidies voor
de restauratie van monumenten van geschiedenis en
kunst.
Leest men dit alles dan beseft men hoe rond de
begroting van de Provincie Zeeland of liever in het
middelpunt ervan de beleidslijnen elkaar kruisen en
tevens dat van Gedeputeerde Staten gevraagd wordt
deze lijnen tot een duidelijk en aanvaardbaar patroon
te combineren. Vooruitzien is de ene, het verrichten
van wijze keuzehandelingen is de tweede vereiste in
deze situatie. Zij samen vormen de definitie van het
begrip besturen.
159