No. 6
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
houdt dat mysticisme nu in? Van Schelven
wijdt er in het Gereformeerd Theologisch
Tijdschrift van september 1916 een artikel
aan, waaraan ik een en ander ontleen: mysti
cisme is dan volgens hem de verdoold geraak
te mystiek, de overmatige waardering van het
innige leven, de vervanging van de openba
ring Gods in de H. Schrift door zijn open
baring in het hart van de individuele gelovige,
een overschatting van het subjectieve element
in het leven der godsvrucht. Een andere theo
loog met Zeeuwse ervaring is Dr. B. Breek,
die in het Handboek Pastorale Sociologie
over de Bevelanden schrijft en daar later in
het Sociologisch Bulletin nog eens op terug
komt. Hij zegt, dat hij na het lezen van Van
Ruler en van Berkhof zichzelf heeft afge
vraagd of hij niet te negatief is geweest in de
beoordeling van het mysticisme, maar toch
eindigt hij met de volgende formulering: in de
bevinding wordt het ingekeerde leven be
oefend, het mensentype wordt vaak uitgespro
ken introvert. Nu is het gevaar zeker niet
denkbeeldig, dat de psychische reflex tot een
complex wordt. De gij-ik relatie vergroeit tot
een innerlijke wanverhouding en de dialoog
wordt een monoloog. In het leven van per
soon en gemeenschap kan de ontmoeting met
de ander niet meer als constitutief element
worden beschouwd. De relatie van persoon
en wereld ligt niet geheel en al zuiver.
U ziet, het zijn beide voorzichtig geformu
leerde uitlatingen van mannen, die zich niet
door vluchtige emoties, maar door jarenlang
participeren èn door wetenschappelijke studie
hebben laten leiden bij hun beoordeling. Een
beoordeling, waar dus zeker wel enige waarde
aan mag worden gehecht.
Van Schelven benadert het Zeeuws mysti
cisme langs drieërlei weg: historisch, dogma
tisch en psychologisch. De sociologische be
nadering ontbreekt, misschien is de oude da
tum van zijn studie (1916) hier mede ver
antwoordelijk voor. Deze sociologische bena
dering zal m.i. de nadruk moeten leggen niet
alleen op de vertrouwdheid der eilandbewo
ners met de wisselvalligheid en de onbereken
baarheid van de zee, waardoor ze ontvanke
lijk zouden worden voor het leerstuk der
praedestinatie, maar vooral ook op de sociale
bezijdenheid (isolement noemt men dit ge
woonlijk, met een belaste term) waardoor de
uitspraak gewettigd is, dat praktisch alle
spectaculaire dynamiek van de industriële re
volutie aan dit gebied is voorbijgegaan. Een
bezijdenheid, waardoor ook de ontkerstening
wellicht aan haar is voorbijgegaan. De tech
nische vooruitgang behoeft immers nog geen
vooruitgang in het menszijn te betekenen. De
homo faber ontwikkelt zich menigmaal ten
koste van de homo religiosus. We stuiten hier
op wat een Franse R.K. geestelijke als titel
voor een door hem geschreven boek heeft ge
bruikt: het mechanisme der ontkerstening.
Ook Baudet spreekt in zijn overigens verruk
kelijke studie: „Mijn Dorp in Frankrijk", van
het mechaniek van zijn dorp. Het klinkt nog
al noodlottig, onontkoombaar. Veelal ver
loopt het via de ontbinding van de dorps
gemeenschap. Als deze gemeenschap gaat
wankelen, doordat ze opgenomen wordt in
de maalstroom van het industrialisatieproces
der grote steden, dan is het gedaan met de
centrale positie van de kerk. Dat is het me
chanisme! Logisch, dat sommige leidende fi
guren uit onze partij wat verlegen zijn met
de sociale gevolgen van het Deltaplan. De
verwezenlijking van dat plan immers betekent
het opwinden van de veer van het mechanisme
der ontkerstening. Dat betekent dus, dat God
uit het leven der mensen verdwijnt als hun
levensgemeenschap verdwijnt. God is dus
blijkbaar vastgeklonken geweest aan deze be
paalde sociale structuur. Ik geloof in God, in
dien en voorzover ik deel uitmaak van „ons
soort mensen" in het eigen vertrouwde milieu,
waarin de kerk en dat is altijd zo geweest,
we weten niet anders een belangrijke plaats
inneemt. Ik geloof in God, zolang we er met
zijn allen in geloven, misschien wel omdat ze
er hier allemaal in geloven en ik geen leven
zou hebben als ik buiten deze gemeenschap zou
staan. Ik zou een oneindig veel grotere weer
stand moeten overwinnen om mij niet aan te
179