No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT isoleerde ligging hebben. De sociale bezijden- heid van deze eilanden is dan ook zeer groot. De problemen liggen echter niet gelijk als bij de industrialisatie, er zijn belangrijke verschil len. Allereerst kwantitatief: Schouwen en Dui- veland heeft plm. 23.000 inwoners en Goeree Overflakkee 33.000. Het aantal dagjesmensen alleen, dus de vakantiegangers nog niet eens meegerekend, zal op zomerse dagen, vanuit de Randstad alleen al 500.000 bedragen (zie „Randstad en Delta", blz. 51). Dit kwantita tieve aspect is iets geheel nieuws, dat bij het industrialisatieprobleem onbekend was. Vervolgens zal de zondagsviering meer in gedrang komen dan bij de industrialisatie 't ge val is. Om dit te adstrueren, behoef ik slechts op twee dingen te wijzen, nl. de zeer wettische wijze, waarop men op de eilanden de zondags viering opvat (de opvattingen van mannen als Voetius leven er nog steeds); en hiertegen over dan de z.g. weekend-neurose van de Randstadbevolking, die zich uit in een iedere zomerse zaterdag massale uittocht uit de grote steden en een even grote herinbezitneming op de daaropvolgende zondagnamiddag. De zon dagszeden lopen hier dus wel zover uiteen als maar mogelijk is. Dan is er de aanpassing van de bevolking aan de nieuwe situatie. Deze zal geruislozer geschieden dan bij de industrialisatie het ge val is. Bij de industrialisatie wordt de be volking geconfronteerd met overtuigende be wijzen van het kunnen der industriëlen, die het met hun gebouwen en machines toch maar klaarspelen om de eeuwenoude dorpsgemeen schap te doorbreken en op een hoger wel vaartspeil te brengen. Deze ervaring maakt een bijkans verlammende indruk. De bevol king komt er haast niet bij aan bod. Apathisch laat men zich in bussen van heinde en verre ophalen om in het arbeidsproces te worden ingeschakeld. De industriearbeidersmentaliteit wordt vaardig over hen. Dat wil niet zeggen, dat de fabrieksarbeid aanvankelijk geen grote weerstanden ontmoet. De monotone deelar beid aan een lopende band b.v. is voor de gewezen landarbeider een te grote overgang dan dat dit niet het geval zou zijn. Veel gro ter b.v. dan die van landarbeider naar het verkopen van drankjes aan dorstige dagjes mensen. Daarom geschiedt deze overgang veel geruislozer. Maar wat gebeurt er nu in zo'n nieuw gevormd recreatiegebied? De dagjes mensen en vakantiegangers zijn bepaald min der indrukwekkend dan de captains of in dustry. Zij komen niet, zoals de werkgevers, om nu eens uit dat dorp met zijn bewoners te halen wat er in zit, maar om in de vrije natuur zichzelf a.h.w. terug te vinden. Wat hen betreft kan de bevolking blijven, daar hebben ze geen zaken mee. Het zoeken van het contact gaat hier (anders als bij de indu strialisatie) van de bevolking uit. Er valt nl. aan de vakantiegangers te verdienen. Waarom zouden wij, autochtonen, niet voorzien in de vraag naar limonades en alcoholica, patat, koeken en kroketten en eventueel logeerruim- te? Vooral de buitenlanders laten het geld vlot rollen en het materialisme is niemand vreemd, ook de eilandbevolking niet. Men is zelfs bereid om de eigen woonkamers ervoor af te staan en zoekt zelf wel een tijdelijk on derkomen in een tuinhuisje, schuurtje of wat dan ook. Dit is een bekend verschijnsel in badplaatsen. De opgroeiende jeugd, die deze nieuwe huisvesting als een gerede aanleiding beschouwt om een nog geringer deel van de dag in het gezinsmilieu te verblijven, vergaapt zich aan de naaktcultuur van het mondaine watersportvertier en de fietsenmaker van het dorp heeft nog nooit zoveel fietsen bij elkaar gezien als juist op de zondagen. Aan stalling en bandenplakken valt nu op één dag meer te verdienen dan anders in maanden het ge val is en wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle. In het kerkse Loosdrecht is een geval bekend van zo'n „gevallen" fietsenma ker. Hij wordt door zijn mededorpelingen met de vinger nagewezen. Theoretisch is het inder daad mogelijk, dat de beide werelden, die el kaar hier ontmoeten, gescheiden blijven door de dijk, die de eilanden van de Grevelingen scheidt en het visieplan „Randstad en Delta" 183

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1957 | | pagina 19