No. 6
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
van ons). Voordat Nederland dus een sluis
in het Volkerak bouwt moet eerst een nieuwe
verbinding te water (b.v. het Moerdijkkanaal)
worden aangewezen of gegraven. Vervolgens
vervallen de tussenwateren dat zijn de
wateren tussen de eigenlijke, zogenaamde con
ventionele Rijn, die niet onder invloed van de
getijbewegingen van de zee staat en de Noord
zee le van Gorinchem via Dordrecht en
het Hollands Diep naar Hellevoetsluis en 2e
die langs de Eendracht. Het genoemde art. 9
8 leidt er toe in dat geval de eis van ver
vanging te stellen. Bovendien verliezen de zo
juist genoemde tussenwateren hun karakter
en dus hun internationale statuut en be
scherming, zodat de vervangingsplicht wan
neer de werken zijn aanvaard geheel afge
schaft zal zijn. In het algemeen wil men
in België dus wel het Deltaplan aanvaar
den, mits er overleg plaats vindt, dat dan
natuurlijk moet leiden tot de beschreven ver
vanging der scheepvaartwegen.
Van Nederlandse kant gaat men er van uit
dat de belangrijkste scheepvaartverbinding via
het Volkerak door de deltawerken slechts be
gunstigd zal worden. Het derde interim-ad
vies van de Deltacommissie merkt hierover op
dat door het vervallen van de getijstromen
binnen de dammen een meer beschutte, veiliger
en regelmatiger vaart mogelijk wordt. Boven
dien kan de vaarweg worden verkort door het
afsnijden van ondiepten. Door het wegvallen
van de getijstromen kunnen deze niet meer
dienstig worden gemaakt aan het zogenaamde
tijvaren. Het belang hiervan neemt echter af
door het toenemende gebruik van vaartuigen
met eigen voortstuwend vermogen en hogere
vaarsnelheden. Het vervallen van de stromen
maakt een grotere spreiding en betere afwik
keling van het verkeer mogelijk, hetgeen tijd
besparing betekent. De vaak hinderlijke
dwarsstromen over de bij hoogwater onderlo
pende zandbanken zullen tot het verleden
gaan behoren. Het onderhoud van de bestaan
de geulen zal aanmerkelijk worden verlicht.
De te plaatsen schermdammen langs de vaar
weg bieden de mogelijkheid vaste lichtopstan-
den te plaatsen. De brede en diepe, doch
voortaan stroomloze geulen zullen aan het
steeds toenemende aantal snelvarende schepen
geen beperkingen in snelheid opleggen. De
bezwaren van ijsvorming die eenmaal in de
vijf jaren verwacht kunnen worden kunnen
door het inzetten van ijsbrekers en het plaat
sen van dammen worden ondervangen. Het
bezwaar van het driemaal schutten bij
Hansweert, Wemeldinge en in het Volkerak
gedurende ruim 10 jaren wordt zoveel
mogelijk ondervangen door de bouw van een
royaal sluiscomplex in het Volkerak, waar
door een globaal oponthoud van 30 a 45 mi
nuten ontstaat op een vaarduur van Antwer
pen naar Ruhrort van 50 a 70 uur. In 1978
als de Oosterschelde is gesloten zal de sluis
bij Wemeldinge permanent geopend kunnen
zijn. Wat de Westerschelde aangaat is Neder
land van mening, dat de afsluiting der zee
armen nauwelijks invloed op het stroombeeld
van deze rivier zal hebben. Voor het overige
heeft ons land in 1951 reeds de suggestie ge
daan een normalisatieplan op te stellen, waar
op België echter niet is ingegaan.
Nederland acht het Deltaplan dus geen ver
slechtering voor de vaart van Antwerpen, zo
als art. 9 8 van het Scheidingsverdrag ver
biedt. Het acht zich dus gerechtigd het Delta
plan eigenmachtig te verwerkelijken.
Over het AntwerpenRijnkanaal dat als
vervangende verbinding zou kunnen optreden
heeft Minister Luns op 13 maart 1957 in de
Eerste Kamer meegedeeld dat België daar
voorlopig van afziet. Ongetwijfeld zijn onze
zuiderburen teruggeschrokken voor hun aan
deel in de kosten van aanleg, die 80 °/o zou
bedragen. Bovendien eiste Nederland dat bij
deze aanleg de Rijnvaartpremies waarmee
Antwerpen zijn binnenscheepvaart begunstigt
zouden vervallen. De Belgische Regering wil
zich opnieuw beraden, wanneer te zijner tijd
zou blijken dat de huidige verbinding door de
uitvoering van het Deltaplan verslechterd is.
Nederland heeft zich nog eens duidelijk ver
plicht dat de bestaande AntwerpenRijnver
binding niet zal achteruitgaan. Zou België na-
191