No. 6
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
cheren" en verschenen bij de N.V. Altorffer
te Middelburg. De Organisatie van Zuiver
Wetenschappelijk Onderzoek en het Bestuur
van de Polder Walcheren verleenden finan
ciële steun.
Het boek is een bondige en overzichtelijke
samenvatting van de vele en veelsoortige wer
ken die over de kust van Walcheren zijn ver
schenen. In de literatuuropgave komen wij
onder meer de vele archieven van het
Zeeuwsch Genootschap, Huizinga's Burg en
Kerspel op Walcheren, Bennema en Van der
Meer met hun studie over de bodemkartering
en Sneller's studie over Walcheren in de vijf
tiende eeuw tegen. Wie wil weten wat deze
en vele anderen over de kust van Walcheren
te zeggen hebben kan zulks in historisch pers
pectief bij De Bruin vinden. Van de 22 teke
ningen en 15 foto's drukken wij hiernaast een
tekening af.
Het boek begint bij de aanvang van onze
jaartelling toen de zee invloed kreeg op het
grote Vlaams-Hollandse veengebied en het
eilandenrijk werd geformeerd. In de lie of
het begin van de 12e eeuw ging men tot be
dijkingen over. Na de vloed van 1178 werd
in deze bedijkingen waarschijnlijk meer sa
menhang gebracht. In 1355 stelde Graaf
Willem V, bezorgd over het gebrek aan sa
menwerking, een waterstaatkundig opperbe
stuur in. Uit de vele inlagen die in de daarop
volgende eeuw gebouwd moesten worden
blijkt hoe nodig dit was. Zo trok ter plaatse
van het huidige strand van Vlissingen de
kustlijn zich tussen 1293 en 1439 met ruim
1300 meter terug. De Westkappelse zeedijk,
die waarschijnlijk in 1540 is aangelegd, moest
tot op heden in noordoostelijke richting
voortdurend worden verlengd. In 1548 moes
ten in Zoutelande, twintig huizen worden af
gebroken voor de bouw van een muur. Ook
dit verschijnsel wordt dezer jaren gerepeteerd!
Zo ook met de hoofden die in de 16e eeuw
gebouwd zijn tussen Vlissingen en Arnemuiden
en die dienden tot stroomafleiding en aanleg
plaats voor de ontelbare zeeschepen die op
weg waren van en naar Antwerpen. Het hui
dige Sloeplan heeft sterk analoge bedoelingen.
Ten slotte vermelden wij nog de beschrijving
van de verschuiving van de laagwaterlijn die
b.v. bij Oostkapelle tussen 1880 en 1940 met
bijna 5 meter en tussen 1920 en 1940 met
bijna 7 meter per jaar naar binnen liep. Alleen
bij Koudekerke is er enige winst.
Wij kunnen dit boek, waarvan de voor
pagina werd geïllustreerd door de Middel
burgse beeldende kunstenaar Jac. Prince - een
gestyleerd wapen van de Polder Walcheren -
warm aanbevelen.
M. C. V.
194