No. 1 ZEEUWS TIJDSCHRIFT sommigen op Schouwen-Duiveland toch wel zijn, althans bij de ouderen. Bij de jongere generatie evenwel is er niet veel van over, zo betoogde burgemeester Van Leeuwen. En ter illustratie vertelde hij, dat een meisje uit Brou wershaven voorzitster is van de leerlingenver eniging van het Zierikzeese lyceum Ten slotte de „ontbindende factoren", Ra dio en televisie werden in dit verband ge noemd. Maar toch was men niet geneigd om aan deze twee moderne publiciteitsmedia veel invloed op de dorpssamenleving toe te ken nen. Er zijn vele andere zaken, die een ver hindering met name voor de jeugd vormen om intensief aan het gemeenschapsleven in een woonkern deel te nemen: er moet hard ge studeerd worden en er is een lange dienst plicht. Maar de belangrijkste reden voor de achteruitgang bij muziekkorpsen, zangvereni gingen enz. is het teruglopen van het bevol kingsaantal. De jonge generatie wil wel blij ven, maar indien iemand zich een behoorlijke positie wenst te verwerven, dan móét hij een voudig weg. En aldus zijn het vaak de besten, die het eiland verlaten. Merkwaardig, hoe in dit gehele gesprek, waaraan door alle deelnemers met een op vallende intensiteit werd deelgenomen, steeds weer tot uitdrukking kwam, dat Schouwen- Duiveland een in vrijwel elk opzicht eiland- in-de-branding is. „Het oude land droeg de littekenen van een lange en veelbewogen ge schiedenis", zo schreef ds. Van Liere in het gedenkboek „Gekwelde grond", „het had een gegroefd gelaat, warmer, menselijker en ver trouwder dan het onpersoonlijke confectiege- zicht, waarmee het nu wordt toegerust en dat nog geen of weinig karakter vertoont. Maar het opmerkelijke is, dat men allerwege op Schouwen-Duiveland het streven herkent om juist geen confectiegezicht te hebben, om menselijk en vertrouwd te zijn in deze nieuwe tijd. Het land is herverkaveld, gemeentegren zen worden gewijzigd, jeugd trekt weg, inder daad, een eiland in de branding. En toch wordt gepoogd om in al deze nieuwe vormen en onder deze volstrekt gewijzigde omstandig heden mens te zijn, en dan zonder confectie gezicht In dit streven past ook de voortdurende be zinning op wat de (Delta-)toekomst het eiland zal brengen. En daarbij is alle hoop op het noorden (Rotterdam!) gevestigd. Geen won der, want een groot deel van de bestaansbron- nen is op dit noorden georiënteerd. Midden- Zeeland ligt in dit opzicht veel minder in de belangstellingssfeer. Gespreksleider Verburg probeerde tegen deze noordelijke stroom op te roeien en stelde vast, dat het eiland toch wel degelijk belang heeft bij een vaste verbinding naar het zuiden, die later wellicht aansluit op een vaste verbin ding door of over de Westerschelde. De Schouwenaars en de Duivelanders gaven dit toe, zij het schoorvoetend. Maar tegelijkertijd activeerden zijn nog eens met grote nadruk, dat de „noordelijke verbinding" toch wel het zwaarst moest wegen. „Ik hoop, dat de Spoorwegen dit zullen inzien en zich niet zul len verzetten als door anderen te zijner tijd een concessie wordt gevraagd voor een recht streekse busverbinding Schouwen-Duiveland Rotterdam", zei burgemeester Van Leeuwen. En waarschuwend hief hij de vinger in de richting van Utrecht. Maar de „midden-Zeeuwen" in deze bijeen komst gaven de moed niet op en zij bleven pleiten voor de noord-zuid-verbinding. Ge schrokken vroegen zij de Schouwenaars en de Duivelanders of die dan met betrekking tot overig Zeeland een soort fatalisme gingen aan hangen, een laat-dat-stuk-maar-waaien-poli- tiek. Immers ook in het zuiden liggen allerlei mogelijkheden, bijvoorbeeld rond het Sloeplan om eens een ding te noemen. En daarop for muleerden burgemeester van Leeuwen en de heer Saltzherr Krips het Schouwen-Duive- landse standpunt aldus: „De Grevelingen-dam komt er binnen afzienbare tijd, die dam is derhalve een realiteit. Wij hebben op deze verbinding al onze hoop gevestigd, vooral ook omdat het grootste deel van Schouwen-Duive land van het noorden moet leven. De noord zuid-verbinding daarentegen is nog géén reali- 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 21