ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 1
talent start met een aanloop die soms zeer
lang door grote voorbeelden gesteund wordt.
De cultuurhistorie levert hieromtrent een hoe
veelheid frappant bewijsmateriaal.
Niemand minder dan Rembrandt bleek via
Lastman geïnfluenceerd door Elsheimer en
aldus hecht verbonden met de internationale
barok. Pas na 1642 maakt hij zich los en
neemt zijn kunst een hoge vlucht. Ook uit
Rembrandts etsen kan men zien dat hij met
ontzag naar Hercules Seghers heeft gekeken.
Picasso en Braque ontwikkelden in 1907
een cubisme dat diep zijn wortels had in de
georganiseerde kunst van Cezanne en diens
geometrisch gevormde plans blijven in het
werk van deze schilders dan ook lang aan
wijsbaar.
Zo kan men doorgaan en vaststellen dat de
kunst een voortbouwen is op bereikte resul
taten en dat zij een hecht organisme van ver
weven stijlen vormt die elkaar opvolgen, ra
ken, beïnvloeden, doordringen.
Hoewel nuances mogelijk zijn kan men in
het algemeen van uit het grote voorbeeld drie
lijnen volgen.
De eerste en deze lijn is zeldzaam
loopt naar de grote persoonlijkheid die door
het voorbeeld verder komt en hierdoor tevens
de kunst vooruitbrengt.
De tweede leidt naar de kunstenaar die de
invloeden naar eigen aard en karakter ver
werkt en aldus een herkenbaar eigen terrein
vindt.
De derde lijn tenslotte voert naar het klei
ne talent dat slaafs blijft navolgen en uitein
delijk verstart in een dood epigonisme.
Reeds een vluchtige blik op de hier gere
produceerde afbeeldingen toont aan dat Min
derhout in deze laatste categorie geen plaats
mag worden toegekend.
ANDR1ES MINDERHOUT werd in
1920 te Souburg geboren. Zijn schilders
opleiding is pas laat begonnen, want
in 1948 werkte hij nog op het hoofdkantoor
Landbouwherstel in Den Haag. In de avond
uren tekent en schildert hij. Maar de wereld
van het formulier en die van het schilderij zijn
soms moeilijk verenigbaar. Tenslotte breekt
hij met zijn administratieve functie en bezoekt
de Vrije Academie te 's-Gravenhage. Hij krijgt
er zijn vorming van Kees Andrea en Jan van
Heel.
Vervolgens vertrekt hij naar Frankrijk waar
hij o.m. als textielontwerper op een der Lijon-
se ateliers werkzaam is. In 1956 is hij weer
terug in Nederland en vestigt zich te Middel
burg.
Er zijn weinig terreinen in de beeldende
kunst aanwijsbaar welke niet door de onver
moeid werkende Minderhout zijn verkend.
Want w:e het atelier van deze kunstenaar be
zoekt om zijn produktie te overzien wordt ge
confronteerd met een oeuvre dat niet alleen
in de keuze der onderwerpen verrassend veel
zijdig blijkt, maar dat tevens opvalt door een
grote verscheidenheid van technieken. Min
derhout maakte olieverven, gouaches, aquarel
len, pentekeningen, mozdiken, etsen, lino's,
houtsneden, een sgraffitto en zelfs verschil
lende sculpturen.
Uit al deze technieken spreekt een snel aan
passingsvermogen en de gave van een intuïtief
de materie aanvoelend handschrift.
In het bijzonder als graficus heeft Minder
hout fijne momenten. Zijn gevoelig geregis
treerde etsen, met vaste hand gestoken lino's
en houtsneden zijn wakker geobserveerd en
bezitten een opmerkelijke vormkracht.
Aanvankelijk was de drang dan ook groot
het grafisch werk van deze kunstenaar hier
mede in de aandachtssfeer te betrekken, maar
de beperkingen die een artikel nu eenmaal op
legt en de omstandigheid dat Minderhout zich
de laatste tijd meer en meer op zijn schilder
kunst concentreert waren aanleiding dit voor
nemen niet door te zetten.
HET vergt van verschillende moderne
schilders soms een rigoureuze zelftucht
om niet te bezwijken voor de successen
van de Karei Appel-rhetoriek. Het talent Ap
pel is zeker niet gering en gesteund door mu
seumdirecties verwierf hij zich een reputatie
26