ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 1 NA deze straffe mathematische vormwil volgt een verkenning die resulteert in een meer vloeiend lijnverloop met nu en dan een duidelijk behoud van cubistische resten. Deze wending manifesteert zich in het schilderij „viool" hetwelk door de Provincie werd aangekocht en een begrijpelijke bestem ming kreeg in een der lokalen van de Zeeuwse school voor toonkunst. Minderhout heeft het doek in een verticale blauwe- en rode kleurenzone verdeeld. Het hierdoor ontstane af fiche gevaar werd natuur lijk begrepen en de kunstenaar heeft dit pro bleem dan ook opgelost door het aanbrengen van kleurgradaties die op de vlakheid een neutraliserende werking uitoefenen. Het rood bezit een suggestieve kracht en wekt de indruk alsof de beschouwer in de helderetransparante gloed van een vuur blikt. Men wordt hier onwillekeurig herinnerd aan de geheimzinnige muzikale sfeer van het con cert in rood" van Raoul Dufy, waaraan dit doek overigens alleen maar naar de geest ver want is. Ongetwijfeld zal Minderhout er in de eer ste plaats naar hebben gestreefd om met de gedragen toon van het blauw en de harts tochtelijke klank van het rood de uitdruk kingsmogelijkheden der muziek te benaderen. Zoals vele moderne kunstenaars en vooral nonfiguratieven doen, gaf hij hierdoor aan de kleur een symbolische betekenis. HET behoorde niet alleen tot de cubisti sche beginselen om de natuurlijke voor stelling te herleiden tot fundamenteel stereometrische vormen, maar er was ook een wd om de uiterlijke gedaante der dingen van uit verschillende gezichtspunten te overzien en een „selectie" uit deze optische gewaarwor dingen in een anthologie samen te vatten. Ook het futurisme beoogde een arrangement van uiteenlopende voorwerpen of fragmenten daarvan. Een dergelijk „simultané" laat Minderhout zij het dan meer geabstraheerd zien in zijn „fabriekscomplex". De feitelijke stand of ligging der kranen, loodsen, ijzerconstructies en pijpleidingen werd opgeofferd ter verkrijging van een zo gunstig mogelijk compositorisch resultaat. Hoewel het getemperde grijs-blauw en de zin voor evenwicht en verhoudingen een sta tische rust oproepen, ontstaat door het bewo gen verloop der lijnvormige oversnijdingen toch een emotioneel accent dat gemakkelijk aansluit bij de nerveuze sfeer van een fa- briekswereld. Ook uit dit dualisme van stati sche en dynamische elementen blijkt weer een vormgevoel dat zowel Zuidelijk als Noorde lijk gericht is. Door een geladen lijnritmiek en een harmo nische kleurobservatie is de kunstenaar er in geslaagd dit nuchtere, triviale onderwerp te herscheppen in een lyrisch en picturaal be koorlijk geheel. Vooral in zijn kleurenkeus overtuigt Min derhout door een grote trefzekerheid. Heftig of subtiel, steeds weet hij de kleur de juiste concentratie en de verftoets de juiste dosering te geven. Zwakke momenten zijn hier zeld zaam. Viool. 60 X 40 cm.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 28