No. 1
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Tortel bi] nest met jongen.
kluten, de mooiste, bevalligste vogels, die
mijn jongensoog aanschouwde, 't Was me
een openbaring: fotografieën van vogels, in
de vrije natuur! Lang bleef mijn blik op die
bladzijde gericht, zonder te zien echter.
Lage weilanden, hofsteden in 't groen ver
scholen, een dijk in de verte, toverden zich
voor mijn geest. Licht en zonneschijn over
al! Tegen een strakblauwe hemel wirwar-
den buitelende kieviten en schokkende
daakjes. De krampachtig gestrekte figuur
van de grutto schoot er tussendoor en ook
een enkele kluut mengde zich in 't gewoel.
En helder en klaar klonken de geluiden
van al die vogelkelen me in de oren. Een
drietal knapen zwierf door het weiland. Ik
was een van hen, was weer schooljongen,
bij vader en moeder thuisToen ik uit
mijn droom ontwaakte, stond één ding voor
me vast: ik zou vogels gaan fotograferen!
Na mijn akte en studie!"
Vijverberg werd nu eens hier, dan weer
daar benoemd, en had in 1909 het geluk naar
Noordgouwe, op Schouwen, terug te kunnen
keren. Hij wist direct dat hij daar blijven wil
de. Hier lag zijn arbeidsterrein, zowel voor
zijn maatschappelijk werk als voor zijn lief
hebberij. Het eerste wat hij deed was een
tweedehandscamera met toebehoren kopen,
voor het jonge huishouden toen een buiten
sporige uitgave, en toen het mooie seizoen
aanbrak, ging hij popelend aan de slag.
VOOR Vijverberg is de vogelfotografie
steeds een ontspanning en een echte
sport gebleven, zij het dan een harts
tochtelijk bedreven sport. Hij weigerde te pro
fiteren van de ervaring die zijn voorgangers
hadden opgedaan, hij wilde alles zelf doen,
alles vinden door eigen vernuft en vindingrijk
heid. Wat te gemakkelijk ging, beviel hem
niet, was onsportief. Dat is zo gebleven, tot
op de huidige dag. Hij heeft nooit zelf lenzen
geslepen, maar verder is er haast niets wat hij
niet zelf heeft gedaan. Hij bouwde de came
ra's om tot schrikwekkende gevaarten (voor
mensen althans, voor de vogels werden ze
prachtig gecamoufleerd), experimenteerde op
alle mogelijke manieren met sluiters, ontspan
ners en alles waar men mee experimenteren
kan, en vond reeds in 1912 de „automatische
vogelfotografie" uit (d.w.z. dat hij de vogel
door met de poten contact te laten maken,
zichzelf liet portretteren). Doch deze vinding
verwierp hij als onsportief, te gemakkelijk, om
ze later toch weer op te nemen, deels uit tijd
gebrek (men hoeft er zich na het leggen van
het contact immers niet meer mee te bemoei-
Zilvermeeuw op 't nest.
7