ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 iets dergelijks niet het geval kan geweest zijn bij de MacCodrums. Bij hen was de zeehond een wezensgelijkheid: Wij (de clan MacCodrum) zijn zeehonden. Veelbetekend is trouwens ook het oude verhaal volgens hetwelk een vrouw der MacCo drums ten tijde der grote jaarlijkse zeehondenjachten hevige pijn leed wanneer haar familie leden (de zeehonden) gewond werden. Een soort similia similibus: het gelijke teweegbrengen door middel van het gelijke. DAT uit de verbintenis van mens-zeehond niet alleen een levensvatbaar nakomelingschap zou kunnen ontstaan doch dat deze nakomelingschap zich tot in lengte van dagen zou hebben kunnen handhaven is biologisch gezien natuurlijk een volstrekte onmogelijkheid. Doch meer en meer tracht men een verklaring voor de oorsprong dezer zeehondenlegenden te vinden in de mogelijkheid dat in praehistorische tijden de mens, laatste schakel in een ont wikkelingsreeks (ook de Griek Anaximander 611-547 v. Chr. huldigde deze opvatting) tot voorouders dierlijke wezens had welke in het water leefden. Door een enorme terugval dezer watermassa's werden evenzovele stukken land drooggelegd en de zeedieren moesten zich dus noodgedwongen aan een nieuwe levenswijze aanpassen en toegerust worden met landorganen. In omgekeerde volgorde volgde weer een omschakeling tot zeedieren toen grote overstromin gen het drooggekomen land overspoelden en alle reeds min of meer met land vertrouwde dieren weer het ruime sop moesten kiezen. Een eeuwigdurende wisselwerking dus, als het ware een „nostalgie de la mer" indien zij op het land, een „nostalgie du terre" indien zij in het water vertoefden. Wat joelt en fluit de wind als hij Hoilisgeir kaal scheert, Hoilisgeir, de eenzame klip aan de kust van Zuid- Uist waar honderden zeehonden moeizaam aan land klauterennach b'iasg 's nach b'ain- mhidh gu brdth, 's gum biodh am miann-mara gu tir dat gij vis noch dier zult zijn voor eeuwig en dat ge naar het land zult verlangen wanneer ge in zee zijt letterlijken dat zal zijn Uw zee-verlangen voor het land). Wat bruisen de golven rond de rotsen van Cousamul als de zeehonden zich naar beneden laten glijden in wolken van schuim 's am miann- tire gu muir fhad 's a bhuaileadh tonn ri traïgh en dat is: dat gij naar de zee zult verlangen als ge op het land zijt (letterlijk: en dat Uw land-verlangen naar zee zal zijn) zolang er gol ven op het strand breken Zijn dit slechts specimen ener lieflijke, wilde Keltische poëzie, of is het wijsheid, schuilgaande achter de woorden ener oude zee-betoveringDe zee tussen Griminish en de Hasker rotsen werd vroeger Caolas Odair (naar een zekere roemruchte Odar) genoemd en het is hier dat de oude zeehondenlegenden te vinden zijn. Luister! Van over dat stille water stroomt dit evocative oude Heiskerlied, vol vogelstemmen en avondwind naar ons toe: In gindse (engte) Caolas van Odrum Waar zeehonden slapen Waar de stem des mensen niet wordt gehoord Doch slechts de stem der golven En de roep der wilde ganzen t) Lochlann is de naam van een geheimzinnig rijk, waarschijnlijk Skandinavië (Noorwegen of Denemarken). 2) Men lette hier op de symboliek: een lage daad te laten begaan door een dienaar van het laagste: de vloer L. M. 3) An Ron de zeehond in 't Scoto-Keltisch. 40

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 12