ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 2
volksvoorlichting, waarbij aanwakkering van de Drentse landbouw hoofddoel was. In Zeeland
daarentegen bemoeiden de stedelijke bladen zich vrijwel niet met landbouwvoorlichting. Pas
in 1898 werden in de Middelburgse Courant artikelen over landbouwbelangen opgenomen,
waarvan H. P. Abrahams in zijn boek over „De pers in Zeeland" (1758-1900) met instem
ming melding maakte:
„Hierover moet men zich verheugen, niet alleen in het belang der courant, maar ook
omdat zij, daardoor meer op het platteland gelezen wordende, ruimschoots het hare kan
bijdragen om bij den landelijken stand meer lust tot overweging van verschillende maat
schappelijke vraagstukken op te wekken en tevens meer algemene kennis te verspreiden en
alzo een tegenwicht kan geven aan andere invloeden, waardoor de landbouwer vaak uit
sluitend wordt geïnfluenceerd."
Anno Domini 1898: de stad, althans haar pers, is zich bewust geworden van de aanwezig
heid van het platteland! Maar uit Abrahams woorden klinkt nog altijd een superioriteitsge
voel, de toon van de stedeling tegenover het platteland. Opmerkelijk is overigens in dit ver
band, dat reeds enkele jaren nadat de eerste landbouwartikelen in de „Middelburgse Courant"
waren verschenen, de Zeeuwse Landbouw Maatschappij, deze prachtige instelling, die zo
vaak beslissende arbeid heeft verricht voor het platteland, met een eigen blad begon. Blijk
baar hadden de Zeeuwse landbouwers de „stedelijke" voorlichting op eigen terrein niet
nodig.
GESCHIEDENIS van een krant, is dus geschiedenis van een samenleving. Welnu, de
historie van Zeelands pers wijst op een versnipperde provincie, vaak een huis, dat in
zichzelf is verdeeld. In feite zijn de Zeeuwse bladen tot ver in de twintigste eeuw
toe „on-Zeeuws" van karakter. Met dit on-Zeeuws is dan hier bedoeld, dat de leiding van
deze kranten er eenvoudig niet aan dacht om zich in dienst te stellen van het gewest als ge
heel. De Middelburgse Courant bijvoorbeeld ging zelfs in de tweede helft van de negentiende
eeuw een geheel andere kant op. Steunend op de grote en belangrijke hoofdstedelijke tra
dities van het verleden kon dit orgaan zich onder deskundige leiding ontwikkelen tot een
goed-geïnformeerd opinieblad van landelijke allure op algemeen-liberale grondslag. Het deed
zijn licht schijnen op vele problemen, die de Nederlanden in die dagen beroerden. Maar de
tijden gmgen verder en Zeeland werd meer en meer „opengelegd". Er kwamen betere ver
bindingen en langzamerhand langzamer dan elders in het land veranderde het gelaat
van deze provincie. Oude tegenstellingen verzachtten en vanzelfsprekend onderging het
perswezen de invloed dezer ontwikkeling. Er konden concentraties tot stand komen: de
Vlissingse Courant nam de Breskense Courant op en enige jaren daarvoor, in het begin van
de dertiger jaren van deze eeuw, kwam de fusie tot stand van de Middelburgse bij haar
naam was inmiddels Provinciale Zeeuwse gevoegd met de Goese Courant. Aan de voor
avond van dit samengaan concludeerde de hoofdredacteur van het gecombineerde blad, dat
de Middelburgse Courant van „betrekkelijk algemeen Nederlands liberaal politiek dagblad
was geworden tot een orgaan, welks invloed nu uitsluitend provinciaal geacht moet worden."
Men ziet: het ging in de richting van een werkelijk „provinciaal blad", maar dit doel was
nog steeds niet bereikt. Nóg was Zeeland versnipperd.
VOOR het Zeeuws Genootschap der Wetenschappen heeft een zestal jaren geleden de in
middels overleden journalist G. Ballintijn hij was na de tweede wereldoorlog hoofd
redacteur van de P.Z.C. een lezing gehouden, waarin hij er op wees, dat in overig
Nederland juist in de dertiger jaren de provinciale pers tot grote bloei kwam, behalve dan
42