Reproductiemateriaal in de akkerbouw No. 2 ZEEUWS TIJDSCHRIFT door Ir. J. D. Dorst ZEELAND in het vroege voorjaar is gelijk een tuin. Het land zelve, voor zover er geen groene stroken in voorkomen, is als 't ware geharkt, zo keurig ziet het eruit. De hofsteden, de dorpen, de huizen en de tuinen die er hij horen, alles is wat men wel noemt netjes opgepoetst en aan de kant, in afwachting van de zomer. Nergens is de grond blijven liggen in de toestand waarin zij na het vorige seizoen achterbleef, elk stukje van het Zeeuwse land is door de mens aangeraakt. Dit beeld van Zeeland in het vroege voorjaar verandert dan van dag tot dag, en enkele maanden later in het volle groeiseizoen, zijn de eens zo keurig ge harkte akkers veranderd in velden blinkende suikerbieten, golvend graan of zij dragen een ander gewas, getuigende van de rijkdom van de Zeeuwse grond. DE niet-deskundige realiseert zich veelal niet, dat dit alles slechts verkregen werd, dank zij de toewijding, inspan ning, nooit aflatende zorg en vakmanschap van al degenen die de Zeeuwse grond bebou wen. Aan zichzelf overgelaten brengt immers de beste grond slechts doornen voort. Elk jaar opnieuw moet al het bouwland één of meer malen worden geploegd en andere bewerkin gen ondergaan, moet het worden bezaaid of bepoot, het groeiende gewas worden ver zorgd en verpleegd, vanaf de opkomst tot de tijd van oogsten daar is. De grondslag voor elk gewas op het veld is het gebruikte reproduktiemateriaal d.w.z. het zaaizaad en het pootgoed. Het is een grote hoeveelheid die daarvoor nodig is en een aan zienlijke waarde vertegenwoordigt. Voor ge heel Nederland wordt deze waarde geschat op niet minder dan 75 miljoen gulden per jaar. Na het zaaien of poten is het reproduktiema teriaal als zodanig verloren. De tarwekorrel moet immers sterven voor ze vrucht kan voortbrengen. Vele eeuwen achtereen werd, ook in ons land, het landbouwbedrijf op nagenoeg de zelfde en primitieve wijze gedreven. De ken nis van het vak ging over van vader op zoon, geslachten achtereen. Nu is ervaring ook in de landbouw zeer belangrijk, doch ervaring zon der meer, is nu direct geen stimulans voor vooruitgang. Het zou tot het laatst van de vorige eeuw duren voor en aleer er beweging kwam in de logheid die het landbouwbedrijf in die jaren kenmerkte. De grote hefboom die er beweging in bracht, was de uitvinding en toepassing van de kunstmest. Hierdoor werd landbouwproduktie niet alleen mogelijk op gronden die van nature arm waren, maar ook op de betere gronden kon, speciaal door de aanwending van stikstofhoudende kunstmest stoffen, de opbrengst per hectare aanzienlijk worden opgevoerd. De mogelijkheden die er voor de landbouw door de kunstmest waren geopend, gaven op hun beurt weer aanleiding om aandacht te besteden aan andere produk- tiefactoren. De ontwatering van de landbouw gronden b.v. die in die tijd uiterst slecht was, werd geleidelijk aan verbeterd en aan de 49

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 21