Boekbespreking
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 2
WAS de keuring van gewassen in den
aanvang vooral van grote opvoeden
de waarde voor de bedrijfvoering
van de Nederlandse landbouw, waarbij nauw
werd samengewerkt met de toen opkomende
landbouwwetenschap, het landbouwonderwijs
en de landbouwvoorlichting, thans is het eco
nomisch motief de grondslag van de keurin
gen. De voorziening van de landbouw in
binnen- en buitenland met goed reproduktie-
materiaal, die zoals in het voorgaande wel is
gebleken, van grote betekenis is voor de bo-
demproduktie, is het eigenlijke doel geworden.
De Nederlandse export van het te velde en
op monster goedgekeurde pootgoed en zaai
zaad is aanzienlijk. Voor pootgoed vertegen
woordigt deze export een waarde van onge
veer 60 miljoen gulden per jaar en voor
landbouwzaaizaden ongeveer de helft van dit
bedrag. Het keuringswerk zoals dit in Neder
land in nauwe, vrijwillige samenwerking van
kwekers, vermeerderaars, telers en de handel,
onder toezicht van de Rijksoverheid werd op
gebouwd, is uniek in de wereld. Dit alles is
bereikt zonder enige financiële hulp van de
Overheid, die echter door de arbeid van de
wetenschappelijke instituten te Wageningen en
het treffen van wettelijke maatregelen tot de
ontwikkeling van het keuringswezen in be
langrijke mate heeft bijgedragen.
De keuring van gewassen en dan bedoeld
in de ruimste zin, heeft er belangrijk toe bij
gedragen, dat de landbouwproduktie in Ne
derland per oppervlakteeenheid, tot de hoog
ste van Europa behoort en de Nederlandse
akkerbouw een eerste plaats inneemt in de rij
van volken, die waar ook ter wereld, de land
bouw beoefetien.
t) 1932-1957 Tussen ras en gewas.
-) Ir. J. D. Dorst. De geschiedenis van de keuring
van landbouwgewassen in de provincie Zeeland.
A. de Smit, De Burgerlijke en Kerkelijke Geschiedenis
van 's-Heer Arendskerke tot omstreeks 1600
De heer A. de Smit, oud-inwoner van 's-Heer
Arendskerke, thans werkzaam bij het onderwijs te
Eindhoven, heeft met steun van het gemeentebestuur
van de eerstgenoemde gemeente een uitvoerig geschrift
gewijd aan ,.De Burgerlijke en Kerkelijke geschiedenis
van 's-Heer Arendskerke tot omstreeks 1600".
De aanleiding tot deze studie is het feit, dat in
1857 de burgerlijke gemeenten 's-Heer Hendrikskinde
ren en Wissekerke - de vlek ten westen van 's-Heer
Hendrikskinderen - met 's-Heer Arendskerke werden
verenigd.
Over de oorsprong van deze dorpen is weinig be
kend. Nagtglas (1878) vermeldt de mogelijkheid, dat
het slot bij 's-Heer Hendrikskinderen omstreeks 1150
gesticht kan zijn; de kerk van 's-Heer Arendskerke
zou van kort vóór 1183 dateren; de eerste vermelding
van Wissekerke is van 1326. S. Muller Hzn (1921)
daarentegen maakt met betrekking tot hen geen gewag
van het stichten van hun kerken. De Smit lijkt ons
wat erg voorbarig als hij voor 's-Heer Arendskerke
uit de vroeger aanwezige vluchtberg constateert, dat
dit dorp minstens elf eeuwen oud is. Voor 's-Heer
Hendrikskinderen citeert hij een bron die de kerk in
1275 vermeldt, voor Wissekerke is dit 1216. Vlam
stelt, dat Zuid-Beveland in deze contreien reeds voor
de tiende eeuw bewoond moet zijn geweest. De be
volkingsverdichting zal echter - evenals op Walche
ren - pas later (waarschijnlijk eind 12e en begin 13e
eeuw) zo groot zijn geweest, dat er sprake was van
het ontstaan van dorpen.
De heren van Schengen - voor het eerst vermeld
in 1147 - waren de eerstgenoemde ambachtsheren van
de twee grootste dorpen. Wissekerke was reeds vroeg
eigendom van de Van Borsselens. Omtrent de bouw
van de kastelen van het geslacht van Schengen is
niets bekend.
Het boekje van De Smit, die over enige jaren de
geschiedenis na 1600 eveneens zal publiceren, doet
enigszins kroniekachtig aan. Waar zo weinig bekend
is over de historie van deze en andere dorpen is hem
dit echter niet aan te wrijven. Voor wie zich interes
seert voor de geschiedenis van ons platteland zal de
verschijning dan ook welkom zijn. Aan het gemeente
bestuur zij hulde gebracht voor de steun. Op dit ter
rein ligt nog voor vele gemeenten een taak.
M. C. V.
52