ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 2 ment dat de stroom kentert. Wat de zinkstuk- ken betreft gaan de gedachten uit naar een combinatie van een netwerk van dun rond- staal, geperst riet en rijshout met nylontouw als bevestigingsmiddel. Deze methode heeft het voordeel dat er veel minder rijshout nodig is, terwijl het materiaal beter bestand is tegen paalworm. Toepassing van een zeer dunne laag (folie) beschermend materiaal als bodem bescherming biedt waarschijnlijk eveneens uit komst. Hiervoor komen in aanmerking gewa pende asfaltfolie, folies samengesteld uit aan- eengekit lodoriet, zeer dunne metalen platen, plastics en nylon weefsels. Uiteraard moet de folie sterk en bestendig tegen zeewater en de daarin aanwezige flora en fauna zijn. Inplaats van het gebruik van de dure buitenlandse breuksteen wordt gezocht naar de toepassing van mijnsteen, het afval dat vrijkomt bij de winning van steenkolen. De eigenschappen, het gedrag in stromend water, de leveringsmo gelijkheden, de mogelijke sortering, het trans port, de verwerking en de kostprijs van dit materiaal worden onderzocht. Met zand gevulde nylonzakken zijn bij wij ze van proef toegepast bij de dichting van de Plw.mpot op Tholen. Deze zakken hebben een afmeting van 1,30 X 2,20 m, zij bevatten 0,8 m3 zand en hebben een gewicht van bijna 1,5 ton. Er worden 25 d 30 zakken verwerkt per strekkende meter kade. Zij worden gede poneerd met behulp van draglines. De hier door gevormde afsluitkade wordt vervangen door een achterwaarts liggende en in stil wa ter gebouwde definitieve kering. De nieuwe materialen van de tijdelijke afsluitkade zullen daarna zo mogelijk elders worden gebruikt. Ook met mijnsteen zijn reeds ervaringen opgedaan. Zo was eind september reeds 84000 ton van dit materiaal verwerkt in de dam rondom het bassin van de bouwhaven die wordt gemaakt aan de oostzijde van de bouw put in het Haringvliet. De zuidelijke dijk van de bouwput voor de schutsluis in de Zand- kreek bij Katse Veer werd eveneens met mijn steen gebouwd daar de ter plaatse gewonnen klei niet aan de gestelde eisen voldeed. Ten slotte is in het sluitgat van de Pluimpot een drempel van mijnsteen aangebracht ter dikte van ongeveer 70 cm. In de kade zelf werd ook mijnsteen verwerkt. Stand der werken. EIND 1957 waren diverse werken reeds gereed gekomen. De werkhavens ten wes ten van Hellevoetsluis (12^2 ha) en die bij Vrouwenpolder (5 ha) zijn voltooid. Bij Willemstad is een werkhaven in aanbouw. De stormvloedkering in het havenkanaal van Brouwershaven is in gebruik genomen, terwijl die in het havenkanaal van Zierikzee in aan bouw is. De bouwput in het Haringvliet is eveneens voltooid. Deze heeft afmetingen van 560 X 1400 m en is bestemd voor de bouw van een uitwateringsluis die voorlopig is ont worpen op 17 openingen van 56,50 m wijdte. Door deze sluis zal ook in de toekomst een belangrijk gedeelte van het opperwater en het ijs van de Rijn en de Maas tot afvoer komen. Dit werk heeft voorrang omdat zijn tot stand- komen, gecombineerd met de afdamming van het Volkerak een complex van werken doet ontstaan dat tezamen met de kanalisatie van Nederrijn en Lek een zo gunstig mogelijke verdeling mogelijk maakt van het door Rijn en Maas afgevoerde water. Aan de zuidoost zijde van deze bouwput komt een opslag haven. Ook in de Zandkreek bij Katse Veer is een bouwput voltooid. Deze werd verkre gen door bedijking van een schor op de Noord-Bevelandse oever. Zij dient voor de aanleg van een schutsluis waardoor de sche pen in de toekomst de afgesloten Zandkreek in het kanaal door Walcheren kunnen uit- en binnenvaren. De dijken langs de Westerschelde en de dijken en waterkerende duinen langs de kust van Zeeuwsch-Vlaanderen en Walcheren wor den gelijktijdig met de eigenlijke deltawerken verhoogd en versterkt. Behalve enkele duin gedeelten op Walcheren en in West Zeeuwsch- Vlaanderen zullen deze hiervoor over een to- 56

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 28