m Zeeuws Tijdschrift
Zeven februari 1808Vlissingen onder de weldadige
hand van Napoleon de Grote gebracht
NUMMER 4 8e JAARGANG 195 8
Mr. Wde Bruine
DE inlijving van Vlissingen in het Franse Keizerrijk maakte een einde aan een strijd, die
bijna dertien jaar geduurd had. Het was een ongelijk gevecht geweest, de krachten
van de tegenstanders liepen te ver uiteen. Dat het tenslotte zo ver gekomen is, is
dan ook niet zo verrassend, eerder dat het nog zo lang geduurd heeft voor de onherroepelijke
beslissing genomen werd. De voorhistorie geeft een aaneenschakeling van pogingen te zien,
het fatale moment uitgesteld te krijgen, een stuk diplomatieke geschiedenis, waarin diploma
ten van naam uit die jaren hun rol hebben gespeeld: Sieyès, Talleyrand, Joseph Bonaparte,
om slechts enkelen te noemen, aan de ene kant, Schimmelpenninck vooral aan de andere. Ge
heime onderhandelingen, notawisselingen, omkoperij: het hele diplomatieke tuighuis is leeg
gehaald om op het lot van deze havenstad invloed uit te oefenen. Tenslotte bleek het dan
alles voor niets te zijn geweest. In 1807 legde men het hoofd in de schoot en eigenlijk zonder
hevig te protesteren. De vechtlust, de moed om voor een schijnbaar verloren zaak te blijven
strijden, die men in 1795 had weten op te brengen was toen verdwenen. Er waren dan ook
meer dan twaalf jaren voorbij gegaan, jaren waarin men langzamerhand geleerd had, het
hopeloze van dergelijke pogingen in te zien.
IN 1795 was men nog niet zover. Toen kon
men nog enige verwachtingen hebben van
het nut van onderhandelingen, toen durf
de men zelfs het woord goede trouw nog in de
mond nemen. De, naar omstandigheden uiterst
gunstige, capitulatie, die het gewest Zeeland
zelfstandig met de Franse generaal Michaud
had weten te sluiten, had aanleiding gegeven
tot een gematigd optimisme. Maar dit bleek
al spoedig misplaatst te zijn. Bij de onderhan
delingen over een tussen de Bataafse en Fran
se Republiek te sluiten verdrag van vrede en
alliantie eiste Frankrijk de afstand van Wal
cheren en Zuid-Beveland. Zover kwam het
wel niet maar toen tenslotte op 16 mei 1795
het befaamde Haags Verdrag werd onderte
kend, bevatte dit toch de volgende artikelen,
die de Fransen vaste voet in Vlissingen gaven:
Art. 13.
De haven en stad van Vlissingen zal zowel
in vredes- als in oorlogstijd uitsluitend met
Frans garnizoen zijn bezet, tot zolang daar
omtrent anders overeengekomen zal zijn.
Art. 14.
De haven van Vlissingen zal met alle vrij
heid voor de beide volken gemeen zijn; het
93