No. 5 ZEEUWS TIJDSCHRIFT eilandgemeenschap bleven uiteraard niet uit. Bij het vertrek van een zó groot contingent Noordbevelanders werd de groepsstructuur aangetast, wat ernstiger was naarmate de functie van de vertrekkers in de grote groep achterblijvers belangrijker was. En dat de jeug digen in een totale bevolkingsgroep van emi nente betekenis zijn, zal wel niemand ont kennen. De leeftijdsopbouw van de Noord- bevelandse bevolking onderscheidt zich dan ook van die van provincie en Rijk door een sterkere veroudering, zoals onderstaande, voor 1951 geldende cijfers tonen: 0-14 jr. Noord-Beveland 25,6 Provincie Zeeland 27,5 Het Rijk 30,4 Het is niet onwaarschijnlijk, dat na de vol tooiing van het Drie-eilandenplan de afvloei ing zich verder zal voortzetten met alle ge volgen en problemen van dien. EEN ander vraagstuk is voor Noord-Beve land dat der werkgelegenheid. Er zijn slechts weinig beroepsmogelijkheden bui ten de landbouw en het blijkt onmogelijk te zijn om steeds voor een harmonische aanpas sing te zorgen tussen het arbeidersaanbod en de in hoge mate van seizoenschommelingen afhankelijke vraag naar arbeiders. Werkver ruiming van enige omvang is voor het eiland, waar geen enkele industrie zich tot nogtoe vestigde, vooralsnog niet te verwachten; her verkavelingswerkzaamheden zijn voor het eiland met zijn reeds uitstekende verkaveling niet nodig; bij de verdere uitvoering van het Drie-eilandenplan is slechts een gering aan tal arbeidskrachten betrokken. De toestand van de werkgelegenheid vormt een kern-pro bleem voor Noord-Beveland en het staat nog te bezien of de voltooiing van de vaste oever verbindingen met Walcheren en Zuid-Beve land de werkgelegenheid op het eiland zélf mede zal verhaasten. Het is echter in het ge heel niet uitgesloten, dat in de onmiddellijke nabijheid ervan in de toekomst industrieën tot ontwikkeling zullen komen, die ook Noord- bevelandse arbeidskrachten kunnen opnemen. Dat tal van andere vraagstukken met de hierboven behandelde vaak ten nauwste sa menhangen, zal duidelijk zijn. Te denken is bijv. aan de moeilijke plaats van de midden stand, het niet onbelangrijke verloop van on- 25-54 jr. 55-64 jr. 65 jr. e. o. Totaal 38,2 10,3 11,7 100 38,8 9,2 10,1 100 38,1 8,1 7,6 100 derwijskrachten, vooral op de lagere scholen, op til zijnde veranderingen in het kader van het Drie-eilanden- en Deltaplan etc. Wat deze veranderingen betreft: het is gebleken, dat noch de landarbeidersbevolking, noch de mid denstanders grote belangstelling hebben voor de ontwikkelingen na de voltooiing van de delta-projecten, terwijl echter de boeren er zich om vooral economische redenen sterker bij betrokken gevoelen. Niemand kan thans met zekerheid voor spellen, welke veranderingen zich op Noord- Beveland in de nabije toekomst precies zullen voltrekken. Opgemerkt kan worden, dat de bevolking zélf niet gelooft, dat het met deze veranderingen zo'n vaart zal lopen. Herhaal delijk sprak deze bevolking de wens uit om ook gekend te worden in het toekomstige be leid ten aanzien van Noord-Beveland. Dit dient er ten volle rekening mede te houden, dat de kloof tussen planning en de daarbij be trokkenen zoveel mogelijk dient te worden overbrugd. 15-24 jr. 14.2 14.3 15,9 137

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 23