Wijzigingen in de oppervlakten akkerbouwgewassen in Zeeland ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 5 waarna 130.000 gulden ter ondersteuning aan de visserij werd gegeven, waarvan bij liquida tie in 1846 slechts tien procent werd gered. Mogelijk schragen de renten van het legaat van Pie ter Mogge nog steeds de inkomsten van diens geboorteplaats? Maar het is voor Zeeland toch wel erg jammer, dat het mooie plan niet doorgegaan is! 1) Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, 3e afl., blz. 204. 2) Over de Illustre school te Middelburg zie men Dr. W. S. Unger, De geschiedenis van Middelburg in omtrek. 3) Vgl. Dr. W. S. Unger en Dr. J. J. "Westendorp Boerma, Archief Z.G.W. 1956, blz. 18. 4) Nederl. Jaarboeken 1768, blz. 921. 5) Nagtglas, t.a.p., blz. 353. G) P. Paulus, Betoog, Bijlage E. 7) In 1576 ging Zieriksee verloren. Kort daarop sloegen de Spaanse soldaten aan het muiten, waarna de Prins Zieriksee tenslotte weer terugnam. 8) P. Paulus, t.a.p., blz. 5. 9) T.a.p., blz. 1059 e.v. 10) T.a.p., blz. 205. NU de mei-inventarisatiecijfers van het C.B.S. voor akkerbouwgewassen over 1958 bekend zijn gemaakt, is het in teressant deze voor Zeeland wat nader te be kijken. Van de Zeeuwse cultuurgrond wordt 75 door akkerbouwgewassen ingenomen en daar 80 van de bodem in de provincie cul tuurgrond is, blijkt uit deze cijfers het gebruik van 60 °/o van het Zeeuwse grondoppervlak. Bekijken we eerst de cijfers globaal voor een reeks jaren, dan blijkt er een opmerkelijke stabiliteit in het bodemgebruik te zijn tabel 1Niet alleen is er weinig variatie in de De oppervlakten landbouwgewassen in ha 1950 1955 1957 1958 Granen 42.031 38.255 40.234 42.035 Peulvruchten 9.228 16.078 16.074 14 332 Hakvruchten 33.830 31.740 30.443 30.625 Overige prod. 17.425 18.438 17.655 16.04^ Toraal 102.514 104.511 104.406 103.035 Tabel 1 Bron C B.S. totale oppervlakte akkerbouwgewassen, ook de verdeling over de vier hoofdcategorieën ondergaat weinig veranderingen. Opvallend is alleen de toeneming van de oppervlakte peul vruchten van 1950 tot 1955, die zich in ge heel Zeeland, behalve op Schouwen-Duive- land invloed van de overstroming in 1953 vermoedelijk heeft voorgedaan. In 1958 blijkt zich overigens juist weer een daling bij de peulvruchten te hebben voorgedaan. Doordat er, op lange termijn gezien, een ze kere schommeling zit in de beteelde opper vlakten, zijn de jaarlijkse verschuivingen rela tief veel groter dan die over een aantal jaren. Van 1957 op 1958 is de oppervlakte granen met 4 °/o gestegen. Uit de gedetailleerde cijfers blijkt, dat dit de resultante is van een sterke stijging bij de wintertarwe en de zomergerst en een lichte daling bij zomertarwe, haver en wintergerst. De daling van de peulvruchten met ongeveer 10 °/o is vrijwel geheel toe te schrijven aan de groene erwten. Bij de hak- vruchten heeft zich een lichte daling voorge- 142

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 28