Zeeland ontwikkelingsgebied No. 6 ZEEUWS TIJDSCHRIFT dukten voortgebracht met een waarde van ongeveer 23.000.000,Hiervan werd on geveer 30 °/o uitgevoerd naar diverse landen, in het bijzonder naar België, West-Duitsland en Engeland. Het overige deel vindt groten deels zijn weg naar de grotere steden in het westen van het land. Slechts een kleine hoe veelheid dient voor de voorziening van de plaatselijke markt. De ontwikkeling van de Zeeuwse fruitteelt wordt gekenmerkt door voortdurende uitbrei ding, intensivering en verbetering. Dat Zee land op dit gebied een vooraanstaande plaats inneemt is vooral te danken aan de onderne mingsgeest, de vooruitstrevendheid en het vakmanschap van de fruittelers. De gunstige omstandigheden van een vruchtbare bodem en een geschikt klimaat heeft men bovendien weten te benutten. Door onderlinge samen werking zijn organisaties en instellingen opge bouwd die onmisbaar zijn voor de teelt en de verkoop van de produkten. Wanneer in deze geest van toewijding, vooruitstrevendheid en samenwerking wordt voortgewerkt, dan kunnen wij de verdere ont wikkeling van de Zeeuwse fruitteelt met ver trouwen tegemoet zien. x) J. Ermerins: Eenige Zeeuwsche oudheden, deel 7. 2) W. J. Sangers: De ontwikkeling van de Neder landse Tuinbouw. N.V. Uitgevers Mij W. E. J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1952. 3) Ir. W. van Soest en W. J. Robijn: De fruitteelt in Zeeland. Vijftig jaar Nederlandse fruitteelt. Uitgave Nederlandse Fruittelers Organisatie. De foto's behorende bij dit artikel zijn afkomstig van het Rijkstuinbouwconsulentschap voor Zeeland en West-Noord-Brabant. Aan het eind van de zomer heeft de Minister van Economische Zaken Zeeland als ont wikkelingsgebied aangewezen. Ons land kent sedert 1951 een negental ontwikkelingsgebieden in alle provincies buiten het westen (ook in "West Friesland), maar niet in Zeeland. De oorzaak hiervan lag in de vrij geringe werkloosheid in ons gewest. Thans is die werkloosheid groter, maar wat belangrijker is: de regering wil de overtollige bevolking geboorte-overschot en uitgestoten landarbeiders regionaal binden en niet in de Randstad Holland laten accumuleren. Daartoe worden in enige kernen premies en andere faciliteiten verleend. Om enig succes te garanderen moet het ontwikkelingsfonds niet versnipperd worden. Het Provinciaal Bestuur hoopt nochtans vijf kernen toegewezen te krijgen, voor elk sub-probleemgebied één: Hulst, Breskens, Goes, St. Maartensdijk en Zierikzee. Daarnaast ligt het in de verwachting dat het Sloe-gebied en het Kanaal van Terneuzen als zeehavengebied beschouwd worden, waar voor de industrialisatie meer algemene werken zullen worden uitgevoerd. Het omliggende platteland zal van dit alles profiteren doordat er tegelijkertijd maatregelen van sociaal-culturele verheffing worden getroffen. Samen met de toenemende individuele motorisering zal dit hopelijk een halt toeroepen aan het wegtrekken van de bevolking in vele plaatsen. M. C. V. 155

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 11