Meningsvorming onder Zeeuwse agrariërs
ten aanzien van twee actuele Zeeuwse problemen
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. 6
door dr. C. de Galan
IN het kader van de Streekverbetering in de Zak van Zuid-Beve
land is door het Landbouw Economisch Instituut een onderzoek
ingesteld om inzicht te krijgen in de sociale problemen in dit
gebied en in de houding van de bevolking tegenover de streekver
betering. Hiervoor is o.a. een enquête gehouden in februari 1958
onder 170 grondgebruikers en/of landarbeiders in dit gebied, waar
van de resultaten representatief mogen worden geacht voor de totale
agrarische bevolking. Door middel van de vraagstellingen: „Hebt U
wel eens gehoord van het Zuid-Sloeplan? Zo ja, wat vindt U van
dat plan?" en „Hebt U wel eens gehoord van het plan voor een
vaste verbinding met Zeeuwsch-Vlaanderen, met bijbehorende grote
weg door de Zak van Zuid-Beveland? Zo ja, wat vindt U van dat
plan?" is daarbij de opinie gepeild ten aanzien van twee actuele
Zeeuwse problemen. In dit artikel zijn de resultaten van deze opinie
peiling neergelegd. Bij de enquête is niet nader op de opinies ingegaan,
zodat het hier een analyse van eerste, spontane reacties betreft.
1Inleiding.
HET streekverbeteringsgebied Zak van
Zuid-Beveland omvat de gemeenten
Hoedekenskerke, Baarland, Oudelande,
Ellewoutsdijk, Driewegen en Ovezande. Deze
gemeenten beslaan in totaal 5293 ha en zij
hadden op 1 januari 1958 5.552 inwoners.
Sedert 1953 loopt de bevolking in het gebied
als geheel langzaam achteruit. Twee derde
van de bevolking leeft van de landbouw.
Door de ligging van de zes gemeenten zijn
zij alle min of meer direct betrokken bij het
z.g. Zuid-Sloeplan, een plan tot inpoldering
en industrievestiging in het Zuid-Sloe, en bij
de overigens nog vage plannen met betrek
king tot een vaste verbinding met Zeeuwsch-
Vlaanderen. Het is daarom interessant na te
gaan, in hoeverre de bevolking van dit gebied
bekend is met de bestaande plannen en hoe
haar oordeel over deze plannen luidt. Deze
bevolking zal immers de invloed zowel van
industrialisatie van het Zuid-Sloe als van een
vaste verbinding over de Wester-Schelde op
directe wijze ondergaan.
Voordat wij de meningen omtrent de ge
noemde plannen nader beschrijven is het nut
tig de wijze, waarop men van deze plannen
hoort te bezien. Hoe weet de inwoner van de
Zak van Zuid-Beveland iets af van Zuid-Sloe
plan en vaste verbindingI Het antwoord luidt
in het algemeen: doordat hij de krant leest.
Van de aanwezige communicatiekanalen bleek
het dagblad, zeker als oorspronkelijke bron,
voor de bekendheid met de plannen verreweg
I 56