No. 6
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
voorstanders van het Zuid-Sloeproject niet
altijd op de hoogte met de aard van de plan
nen.
Van degenen, die een mening bezitten om
trent het Zuid-Sloeplan is de meerderheid bij
na 80 °/o) voorstander van dit plan; slechts
5 is tegen. Voor een agrarische bevolking is
dit op het eerste gezicht wellicht enigszins
verbazingwekkend. Over het algemeen heerst
in diverse kringen de opvatting, dat vooral
de boeren veel weerstand hebben tegen indu
strievestiging. Dit blijkt in de Zak van Zuid-
Beveland niet het geval te zijn en, naar schrij
ver dezes is gebleken, ook elders in de pro
vincie niet. Het is mogelijk, dat in de opinies
bij de agrarische grondgebruikers de laatste
jaren verandering is gekomen, maar over het
algemeen kan men op het moment in Zeeland
met zeggen, dat zij tegenstanders zijn van in
dustrievestiging. In de Zak van Zuid-Beve-
land vindt dit zijn bevestiging. Wel zijn alle
tegenstanders in dit gebied juist onder de boe
ren te vinden (van hen is 8 °/o tegen het Zuid-
Sloeplan), maar ook van hen is de grote meer
derheid ruim 70 °/o) voorstander van het
plan.
Bij de landarbeiders is het percentage voor
standers nog groter dan bij de boeren (ruim
90 °/n). Gezien de aard van het plan wekt dit
ook geen verbazing. Zoals we nog zullen zien,
is de argumentering ook van dien aard, dat de
landarbeiders met name voordeel van het
Zuid-Sloeplan verwachten.
In tabel 1 is de meningsvorming van de
diverse geënqueteerde categorieën neergelegd.
Opnieuw blijkt de kwaliteit van het dag
blad-lezen van invloed te zijn op de menings
vorming. Van hen, die hun krant goed lezen
heeft 16% niet van het plan gehoord en 16%
geen mening. Bij de matige lezers zijn deze
percentages 27 en 30 en bij de met- of slechte
lezers zelfs 50 en 33! Daar van de ag
rariërs hun krant goed lezen, beheersen de
goede lezers het totale beeld. Van het totale
aantal grondgebruikers en landarbeiders
heeft dus van de goede, resp. matige en
slechte lezers 68 43 en 17 een oor
deel. Tussen de verschillende dagbladen be
staat weinig verschil, al worden wel onder de
lezers van het Zeeuws Dagblad relatief veel
„opinielozen" aangetroffen.
De motivering van de mening over het
Zuid-Sloeplan ligt in de lijn van de verwach
tingen. De tegenstemmende boeren vrezen
over het algemeen voor een wegstroming van
landarbeiders. Een enkeling is bovendien be
zorgd voor het verdwijnende landelijke karak
ter van de provincie. Dezelfde meningen
vindt men ook nog veel onder de „neutralen"
en de voorstanders, doch bij hen worden deze
factoren gecompenseerd door andere motie
ven.
Degenen, die een neutrale opinie huldigen
zijn gedeeltelijk onverschillig. Zij zijn van
mening, dat het Zuid-Sloeplan geen invloed
zal hebben op de Zak van Zuid-Beveland.
Er zijn er echter meer, die zowel gunstige als
ongunstige kanten aan het plan zien. De on
gunstige kanten zijn dan verstoring van het
landelijk karakter, vermindering van het ag-
Tabei 1. De mening over het Zuid-Sloeplan.
Hoofdberoep
Aantal
Plan
OORDEEL over het Zuid-Sloeplan in
geënquet.
onbekend
geen
ongunstig
neutraal
gunstig
zeer gunstig
boer of tuinder
94
15
21
5
12
36
11
landarbeider of grondwerker
43
18
23
-
5
35
18
rustend boer of landarbeider
121)
50
8
-
8
25
8
overigen
181)
22
6
-
17
50
6
Totaal
167
19
19
3
10
37
12
1) Deze aantallen maken de percentering onbetrouwbaar.
159