ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 6 Op deze winderige avond, vlak na een langdurige vorstperiode, grepen de mensen nog snel ler naar de krant dan anders. Zij waren nieuwsgierig naar berichten uit Holland aangaande de stand der rivieren, het kruien van het ijs, de doorbraken en de overstromingen. Weinigen lazen zo systematisch als de bedaagde rentenier uit de Bogaardstraat. Die be gon met de bekendmaking van de commissaris des konings, houdende de openbare aanbeste ding van voer voor de remontepaarden, bovenaan in de eerste kolom. Geen stuk sloeg hij over en geen advertentie. Het laatst las hij, wat het laatst werd aangeboden. Toen zette hij zijn brilletje af, schoof het in de schildpadden doos en wreef die even, behoedzaam, over de mouw van zijn kamerjasje. „Een rare geschiedenis", mompelde hij, „een erg rare geschiedenis". Daarbij zette hij een gezicht dat duidelijk te kennen gaf, hoe curieus hem de betreffende historie wel voor kwam. Een paar huizen verder woonde een graankoopman. Hij had de bult horen aankomen en terwijl deze op de stoep even stond uit te blazen van zijn gevecht met de zuidwester, hield de handelaar zich gereed om de krant naar zich toe te trekken, zodra er een punt van door de brievenbus verscheen. Een lading zoutevis bij Ooltgensplaat gezonken; schipper en knecht zijn gered. Nou ja, wat zou het dan! Vis moet nu een keer zwemmen. De marktprijzen hadden zijn volle belangstelling. Nieuwe erwten 11,25 het mud. Niet kwaad. Nog maar even vasthouden. Oude tarwe.... weet ik, nieuwe tarwe.... weet ik, bruine bonen 12,16,Een ruime speling, zou 'k zo zeggen. Op de vierde pagina werd zijn oog getrokken door het woord BELOONING. „Wel allemachtig! Wel alleZijn lach daverde tegen de zoldering. „Hoe kan een vent zo stom zijn! Honderd gulden! 't Is krimmeneel! Wel allemachtig, krimmeneel zeg ik." In de Lombardstraat woonde een schoolmeester. Zeker, zeker, zo'n krant was een hele uit gave, maar men moest op de hoogte blijven, nietwaar? De geest verruimen als de gelegenheid daartoe geboden werd. Bovendien las hij samen met een collega, die dit standpunt deelde. Nee, de meester las de krant niet van alpha tot omega. Werkelijk lezen deed hij alleen de politieke beschouwingen en het buitenlands nieuws. Italië. De Sardinische beweging heeft bij de verkiezingen in Italië over het geheel de zege behaald. Wel, dat was verblijdend nieuws. De Sardiniërs hebben een duizendtal bommen in Napels geworpen. Kennelijk hadden zij daar de zege nog niet behaald. Het relaas van de bommen werd gevolgd door een al maanden lang herhaald bericht, dat Cavour en de Franse keizer onderhandelden om een eind te maken aan de Romeinse kwestie. Bommenwerpen en onderhandelen, ze hoorden bij elkaar als pen en inkt. Tevreden over deze vondst sloeg de meester de pagina om, om te zien wat er toekomende week in de schouwburg gespeeld zou worden. Maar zijn oog viel op: BELOONING. Met klimmende verbazing las hij de merkwaardige regels. „Vrouw", zei hij, „hier heb ik iets dat U zal interesseren." Hij las haar de advertentie voor. ,,'t Is zonde", zei de vrouw. „In de meest letterlijke zin vrees ik", vulde de meester aan. Honderden paren ogen lazen die avond de ongewone annonce, die de meest verscheidene reacties wekte: er waren spotters en lachers als de graankoopman, medelijdenden als de vrouw van de meester, achterdochtigen als de rentenier. Nathan Moses Cohen, die handelde in goud en zilver, las de regels ook. Hij herinnerde zich onmiddellijk de naam van de ondertekenaar eerder te zijn tegengekomen, eveneens in een advertentie. Gelieve geen geld of crediet te verlenen aan mijn huisvrouw. had er in dat 162

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 18