m Zeeuws Tijdschrift Van fruithofnaar moderne boomgaard I V€)J N U M M E R 6 8e JAARGANG 19 5 8 Ontwikkeling van de Zeeuwse fruitteelt door Ir. J. J. van Hennik IN 1793 vermeldt Ermerins in een be schrijving van Zuid-Beveland 1): „De veelvuldige Boomgaarden zijn ook een tak van voordeeligen handel, welker vruchten buiten dit Gewest allomme aangenaam den welvaard helpen vermeerderen, en teffens deze Landstreek een sierlijk toevoegzei zijn." Deze lovende kenschets van de Zeeuwse fruit teelt zou men van toepassing kunnen verkla ren voor de laatste 700 jaren, wanneer aan de hand van ordonnantiën, kronieken en be schrijvingen kennis wordt genomen van de historie van deze bedrijfstak. Uit een bevestiging van „Willekeuren" van de broederschap der kooplieden in Middelburg door Graaf Floris blijkt, dat er in het jaar 1271 al handel in fruit wordt gedreven. Zee land zou een van de eerste gewesten zijn met een enigszins algemene fruitteelt en -consump tie 2). In de 14e eeuw wordt niet alleen door ka steelheren en kloosterlingen, maar ook door burgers de fruitteelt uitgeoefend. De vroege ontwikkeling van het economisch leven in Zeeland blijkt voorts uit verscheping van fruit naar Engeland in de 14e eeuw. Op de Mid delburgse markt worden in de 15e eeuw ver kocht: „appelen, peren, prumen, keerssen, criecken, mispelen, okernoten, haselnoten en peersekijns". Ook in Reimerswaal, Goes en Zierikzee wordt in die tijd fruit verhandeld. Gegevens over de omvang van de fruitteelt kunnen worden geput uit een verpondingsre- gister van het jaar 1650. In dit jaar komen rond Goes ongeveer 380 ha fruitteelt voor, in het bijzonder bij de plaatsen „Cloetinghe, Heynkensandt, Hoedekenskercke, Goes, 's-Gravenpolder, Serarenskercke, Oversandt en Nisse". In 1870 werd in niet minder dan 109 Zeeuwse gemeenten de fruitteelt uitgeoefend. Het totale boomgaardareaal bedroeg meer dan 1000 ha, waarvan ruim 400 ha op Zuid- Beveland, 451 ha in Zeeuwsch-Vlaanderen, 130 ha op Walcheren, 35 ha op Tholen en 27 ha op Noord-Beveland. Bovengenoemde gegevens wijzen op de be tekenis, die de fruitteelt in Zeeland sedert eeuwen heeft gehad en op het vroeg tot ont wikkeling komen van de produktie voor de verkoop. Van een gespecialiseerde fruitteelt was echter geen sprake. Bij vele boerderijen, grote en kleine, kwam een doorgaans kleine boom gaard voor, de z.g. fruithof. Deze fruithof was beplant met appels, peren, pruimen en vooral kersen, plaatselijk ook met bessen. De produkten werden „op stam", d.w.z. voor het oogsten, verkocht aan handelaren en pachters, die voor de verdere verzending en afzet zorgden. 147

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1958 | | pagina 3